c) Instellen van de tandflankspeling
De afstand tussen hoofdtandwiel (C) en motorritsel (D) moet zo klein mogelijk zijn, zonder dat daarbij de tandwielen
te strak lopen. Hoe bereikt men dit?
• Draai drie schroeven (A) uit het transmissiedeksel (B);
verwijder het transmissiedeksel.
• Maak de beide bevestigingsschroeven (E) van de motor
een klein beetje los. Schuif dan de motor met de motor-
ritsel (D) met zachte druk in de richting van het hoofd-
tandwiel (C).
Het motorritsel en het hoofdtandwiel moeten nu zonder
speling in elkaar grijpen. Dit is echter voor de levensduur
van de tandwielen niet optimaal!
• Plaats een stukje dun papier tussen het motorritsel (D)
en hoofdtandwiel (C). Draai het hoofdtandwiel zodat het
stukje papier (max. papier van 80 g!) tussen beide tand-
wielen wordt getrokken.
Door de druk van het papier wordt de elektromotor zo
ver als nodig teruggeduwd.
• Draai nu in deze positie de bevestigingsschroeven (E)
van de motor weer vast.
• Als u vervolgens het hoofdtandwiel terugdraait om het
strookje papier weer weg te nemen, is tussen beide
tandwielen de noodzakelijke afstand ingesteld.
In het ideale geval staat het motorritsel zo dicht mogelijk bij het hoofdtandwiel, zonder dat de tanden raken
en de tandwielen daardoor strak lopen.
Indien de tandwielen (motorritsel en hoofdtandwiel) te ver van elkaar staan, dan worden al na enkele secon-
den rijden de tanden van het hooftanddwiel en het motorritsel gewoon weggefreesd - verlies van garantie/
waarborg!
Als het motorritsel daarentegen tegen het hoofdtandwiel drukt (de tandwielen lopen spelingvrij), dan leidt dit
tot vermogensverlies, een hoger stroomverbruik (de motor heeft al veel kracht nodig om het hoofdtandwiel
te draaien) en voortijdige slijtage van het hoofdtandwiel.
154