• Functie #9, groene LED knippert 1x lang, 4x kort: Timing
Hogere waarden voor de timing leiden tot een hoger toerental van de motor. Daarbij neemt het draaimoment af en
de stroomopname toe (lage rijtijd, oververhitting van motor en regelaar). De fabrikant heeft voor de in het voertuig
ingebouwde motor al de optimale instelling gekozen; deze mag enkel door ervaren modelbouwsporters worden
veranderd.
Instelbaar zijn waarden 0.00°, 3.75°, 7.50°, 11.25°, 15.00°, 18.75°, 22.50°, 26.25°.
• Functie #10, groene LED knippert 2x lang: overtemperatuurbeveiliging
De overtemperatuurbeveiliging van de rijregelaar wordt bij een door de fabrikant vast vooraf ingestelde temperatuur
(ca. 95°C) geactiveerd, wanneer deze temperatuur langer dan 5 seconden wordt gemeten. In dit geval wordt de
motor uitgeschakeld en knippert de groene LED.
Om veiligheidsredenen raden wij u aan de overtemperatuurbeveiliging altijd in te schakelen.
Bij een uitgeschakelde overtemperatuurbeveiliging kan de rijregelaar door oververhitting defect raken en
verliest u het recht op garantie.
• Functie #11, groene LED knippert 2x lang, 1x kort: Motor-draairichting
Afhankelijk van de aandrijving van het voertuig kan de draairichting van de motor worden omgeschakeld.
Dit heeft overigens hetzelfde effect als wanneer u twee van de drie kabels tussen rijregelaar en motor omwisselt -
ook dit keert de draairichting van een brushless-elektromotor om.
Deze instelling werd al door de fabrikant bij het overeenkomstig voertuig uitgevoerd en mag niet veranderd worden.
• Functie #12, groene LED knippert 2x lang, 2x kort: LiPo-cellenaantal
De beide accuaansluitingen van de rijregelaar zijn in serie geschakeld. Er moeten hier twee identieke rijaccu's met
dezelfde laadtoestand worden aangesloten.
Voor het voertuig mogen enkel twee 2-cellige LiPo-accu's (nominale spanning telkens 7.4V) of twee 6-
cellige NiMH-accu's (nominale spanning telkens 7.2V) worden gebruikt. Als rijaccu's met een hoger
cellenaantal worden gebruikt, dan overbelast dit de aandrijving van het voertuig; tandwielen, scharnieren
of aandrijfassen worden daarbij beschadigd, verlies van garantie!
Meng de beide accutypes niet - gebruik ofwel twee LiPo-rijaccu's of twee NiMH-rijaccu's.
De rijaccu's moeten dezelfde capaciteit en ontladerwaarde hebben, ze moeten van hetzelfde type en
fabrikant zijn.
U mag enkel volledig opgeladen rijaccu's aan de rijregelaar aansluiten. Anders wordt bij de instellign
„Auto" mogelijks een verkeerd cellenaantal herkend, waarop de onderspanningsbescherming niet juist
werkt, wat tot een diepe ontlading kan leiden!
Wij raden u daarom aan, de basisinstelling „Auto" naar de instelling „4 cellen" te wijzigen (ook bij gebruik
van twee 6-cellige NiMH-rijaccu's!). Daardoor wordt gewaarborgd dat de onderspanningsbeveiliging ook
dan goed werkt wanneer geen volledig opgeladen rijaccu werd aangesloten.
128