De volgende instelfuncties zijn beschikbaar:
• Functie #1, groene LED knippert 1x kort: Rijfunctie
De rijregelaar kan in dit instelmenu worden omgeschakeld tussen "vooruit/rem" en "vooruit/rem/achteruit" en „vooruit/
achteruit".
Wanneer de instelling „vooruit/rem" wordt gekozen (rode LED knippert 1x) dan is het achteruitrijden daarmee
uitgeschakeld.
• Functie #2, groene LED knippert 2x kort: Handrem
De handremfunctie werkt het wegrollen op een oneffen ondergrond tegen. Hoe hoger de waarden bij de
handremfunctie worden ingesteld, des te minder rolt het voertuig weg als het stilstaat op een hellende ondergrond.
Een gewone elektromotor ontwikkelt al door de aanwezige magneten een bepaalde remkracht bij stilstand; bij
brushless-motoren is hier echter geen sprake van. De handremfunctie van de rijregelaar simuleert deze remkracht.
• Functie #3, groene LED knippert 3x kort: Laagspanningsbescherming
Als LiPo-accu's worden gebruikt, moet absoluut de onderspanningbeveiliging owrden geactiveerd (bijv. wij raden
3.0V per cel aan).
Rijd bij gebruik van LiPo-accu's nooit zonder onderspanningsbescherming, aangezien LiPo-accu's bij
diepe ontlading beschadigd kunnen worden.
Bovendien is het belangrijk dat functie #12 (LiPo-cellenaantal) juist wordt geconfigureerd.
Wanneer LiPo-accu's gebruikt worden dan raden wij u aan, het aantal LiPo-cellen vast te programmeeren
opdat de onderspanningsbescherming juist kan werken (bij functie #12 „Auto" niet instellen).
Aangezien het voertuig voor twee tweecellige LiPo-rijaccu's voorzien is die in serie worden geschakeld
(dit geeft dus een 4-cellige rijaccu) moet in functie #12 zeker „4 cellen" als instelling worden gekozen.
Wordt „Auto" ingesteld (basisinstelling af fabriek), dan berekent de rijregelaar uit de bij het inschakelen
gemeten accuspanning het cellenaantal automatisch. Dit leidt echter bij de aansluiting van niet volledig
opgeladen rijaccu's tot een verkeerd cellenaantal!
Bij het inschakelen van de rijregelaar geeft het knipperen van de groene LED en de pieptonen van de
motor het herkende cellenaantal weer. Houd hiervoor rekening met hoofdstuk 8. h).
a) Spanning onder 8.8V: 2-cellige LiPo-rijaccu
b) Spanning tussen 8.8 en 17.6V -> 4-cellige rijaccu (juist bij dit voertuig)
c) Spanning hoger als 17.6V -> 6-cellige rijaccu
Als de accuspanning bij werking langer dan 2 seconden minder dan de ingestelde waarde blijft, dan wordt de motor
uitgeschakeld om de accu te beschermen. Bovendien knippert de rode LED (knippervolgorde "•- •-
Worden in de op de rijregelaar aangesloten NiMH-accu's (2 identieke NiMH rijaccu's met elk 6 cellen) dan
moet eveneens in functie #12 als accutype „4 cellen LiPo" worden ingesteld en in functie #3 een
overeenkomstige LiPo-cellenspanning zodat de gewenste uitschakelspanning voor NiMH wordt bereikt
(voorbeeld: 4 LiPo-cellen * 2.6V/cel = uitschakelspanning 10.4V bij NiMH).
126
•- •-
•- •-").