e) Accu's/batterijen in de zender plaatsen
Raadpleeg hiervoor de gebruiksaanwijzing van de zender.
Schuif de afdekking voor het batterijvak op de onderkant van de zender en leg 8 nieuwe batterijen of 8 volgeladen
accu's van het type AA/Mignon in het batterijvak. Let hierbij op de juiste polariteit (plus/+ en min/-), zie aanduiding in
het batterijvak. Het batterijvak weer sluiten.
f) Zender inschakelen
Trek eerst de telescopische antenne volledig uit, wendt u daarbij geen geweld aan, plooi de telescopische antenne
niet.
Schakel de zender in.
g) Aansluiten van de rijaccu's op de rijregelaar
Om te vermijden dat de wielen plots beginnen te draaien en zodoende ook het voertuig begint te rijden
(bijv. als de trimming voor de aandrijving versteld is), moet u het modelvoertuig op een geschikte ondergrond
plaatsen (of een startbox), zodat de wielen vrij kunnen draaien.
Steek uw hand niet in de aandrijving! Houd de roeren niet vast.
Voor de werking van het voertuig of de rijregelaar zijn twee identieke volledig geladen rijaccu's nodig.
Gebruik daarvoor ofwel twee 2-cellige LiPo-rijaccu's (nominale spanning 7,4V) of twee 6-cellige NiMH-rijaccu's (nomi-
nale spanning 7,2V). Zet nooit rijaccu's in met een hoger cellenaantal of een andere spanning.
Let op:
De rijaccu's worden door het op de
rijregelaar voorhanden verbindingssysteem
in serie geschakeld.
Daardoor kunnen twee voordelige 2-cellige
LiPo-rijaccu's of twee 6-cellige NiMH-
rijaccu's worden gebruikt en zijn geen dure
speciale accu's nodig.
De rijregelaar werkt zich door deze serie-
schakeling alsof een enkele 4-cellige LiPo-
rijaccu of een 12-cellige NiMH-rijaccu
aangesloten zou zijn.
113