kan de machine ook via de kap worden bediend. Zie de
betreffende handleiding.
5.3
RoboClean automatisch
filterreinigingssysteem
5.3.1
Controlelamp: REINIGING (CLEANING)
Tijdens normaal gebruik (dat wil zeggen met een schoon, niet
verzadigd filter), werkt de machine geheel zelfstandig. Zodra
-als gevolg van een vervuild filter- een minimumdebiet is
bereikt, activeert de drukverschilschakelaar het RoboClean
persluchtreinigingssysteem, dat vervolgens door middel van
sectiegestuurde persluchtstoten het filter reinigt. De stof- en
vuildeeltjes vallen in de stoflade.
Tijdens het automatische filterreinigingsproces is de
controlelamp (Fig. 5.1C) aan (CLEANING). Het
reinigingssysteem stopt wanneer het debiet weer voldoende is.
Deze procedure wordt online reiniging genoemd.
Wanneer geen laswerkzaamheden plaatsvinden tijdens het
automatische filterreinigingsproces, zal de ventilator na iedere
vier persluchtstoten gedurende 30 seconden even gaan
draaien om het drukverschil te controleren. Dit gebeurt
maximaal 15 keer.
Wanneer het debiet na 60 persluchtstoten nog niet voldoende
is, zal de controlelamp overgaan in de ALARM-fase.
•
Ga in dit geval verder met paragraaf 5.3.2.
5.3.2
Controlelamp: ALARM
Wanneer de controlelamp knippert (ALARM), ga dan als volgt
te werk:
•
Stop met lassen.
•
Druk op de knop REINIGING AAN/UIT - RESET (Fig. 5.1D).
•
Zorg ervoor dat de wipschakelaar VENTILATOR AAN/UIT
(Fig. 5.1B) uit (0) is.
•
Druk nogmaals op de knop REINIGING AAN/UIT - RESET
(Fig. 5.1D) om offline filterreiniging te starten.
waaRSChuwINg!
Om een optimaal filterrendement te garanderen, het
offline filterreinigingssysteem niet activeren binnen
de eerste 10 bedrijfsuren na ingebruikname of
binnen 10 uur na het vervangen van het
filterpatroon.
Tijdens de offline reinigingscyclus wordt het gehele
filterpatroon segmentsgewijs door persluchtstoten gereinigd.
Deze cyclus duurt ca. een uur.
waaRSChuwINg!
Gebruik de machine niet tijdens een offline
reinigingscyclus.
Indien gewenst, kan de offline reinigingscyclus
worden onderbroken door het indrukken van de
knop REINIGING AAN/UIT - RESET (Fig. 5.1D).
Wanneer de reinigingscyclus gereed is, kan worden
doorgegaan met de laswerkzaamheden.
Wanneer de machine wordt ingeschakeld en de controlelamp
meteen of kort na de reinigingscyclus weer begint te
knipperen, is het DuraFilter hoofdfilter verzadigd en moet het
vervangen worden.
•
Zie voor vervanging van het hoofdfilter paragraaf 6.2.1.
0507260010/301113/G MFS - MFS/C
waaRSChuwINg!
Vervuiling of verzadiging van het filterpatroon kan
leiden tot een afname van de afzuigcapaciteit,
waardoor er minder lasrook wordt afgezogen. Stop
daarom onmiddellijk met lassen wanneer de
machine in de ALARM-fase overgaat.
5.3.3
Offline reiniging
Voor een efficiëntere filterreiniging, wordt aanbevolen om
regelmatig een offline reinigingscyclus uit te voeren. De meest
geschikte reinigingsinterval is een ervaringskwestie. Als
richtlijn kan twee maal per week worden aangehouden,
bijvoorbeeld na werktijd.
LET Op!
Zorg voor de beschikbaarheid van perslucht in geval
van offline reiniging na werktijd.
Om een offline reinigingscyclus uit te voeren, ga als volg te
werk.
•
Zorg ervoor dat de wipschakelaar VENTILATOR AAN/UIT
(Fig. 5.1B) uit (0) is.
•
Druk op de knop REINIGING AAN/UIT - RESET (Fig. 5.1D)
om offline reiniging te starten.
De offline reinigingscyclus duurt ca. een uur.
waaRSChuwINg!
Gebruik de machine niet tijdens een offline
reinigingscyclus.
Indien gewenst, kan de offline reinigingscyclus
worden onderbroken door het indrukken van de
knop REINIGING AAN/UIT - RESET (Fig. 5.1D).
6
ONDERhOuD
De machine is ontworpen om gedurende lange tijd
probleemloos te functioneren met een minimum aan
onderhoud. Om dit te garanderen zijn echter enkele
eenvoudige, regelmatig uit te voeren onderhouds- en
reinigingswerkzaamheden noodzakelijk die in dit hoofdstuk
worden beschreven. Indien u met de nodige voorzichtigheid te
werk gaat en regelmatig onderhoud uitvoert, zullen eventuele
problemen veelal ontdekt en gecorrigeerd kunnen worden
voordat ze tot stilstand leiden.
De aangeven onderhoudsintervallen kunnen variëren
afhankelijk van de specifieke arbeids- en
bedrijfsomstandigheden. Daarom wordt aanbevolen - naast
het hier aangegeven periodieke onderhoud- de machine
jaarlijks aan een grondige, algehele inspectie te onderwerpen.
Neem hiertoe contact op met uw leverancier.
waaRSChuwINg!
Achterstallig onderhoud kan leiden tot brand.
waaRSChuwINg!
Schakel de machine altijd uit en ontkoppel deze van
het net alvorens onderstaande werkzaamheden uit
te voeren. Lees eerst de onderhoudsvoorschriften
vooraan in deze handleiding.
6.1
periodiek onderhoud
De met een [*] aangegeven onderhoudswerkzaamheden in de
tabel 6.1 periodiek onderhoud mogen door de gebruiker
worden uitgevoerd; de overige werkzaamheden zijn
voorbehouden aan daartoe opgeleide en bevoegde
NL - 15