7. Montage
a) Drone
1 Plaats de printplaat van bovenaf in de grondplaat. Let hierbij op de juisteuitlijning De
onderdelen moeten gemakkelijk te monteren zijn en moeten makkelijk passen. Bij de
juiste uitlijning van de grondplaat wijzen de beide accu-bevestigingslussen naar bene-
den. De vier aansluitingen van de motoren wijzen eveneens naar beneden naar de
grondplaat en worden door de voorziene uitsparing op de armen geleid. De infrarood-
led op de onderkant van de printplaat kan maar op één manier in de opening van de
grondplaat worden geplaatst. Als de onderdelen niet passen, draai dan de onderdelen
onderling in een andere positie en probeer het opnieuw.
2 Klem de afdekkap op de grondplaat. Let op de positie van led en de batterij-aanslui-
ting. De printplaat moet van boven niet te zien zijn.
3 Selecteer de passende motoren voor de juiste montage. Deze zijn ookop de grond-
plaat aangeduid met A/B. De bijbehorende aansluitingen hebben een kleurcodering
en passen op de betreffende aansluiting op de printplaat. Een mechanische beveili-
ging tegen verkeerde polariteit bestaat niet. Steek de motordraden met aansluiting
door de opening direct op de motorbevestiging.
4 Steek de motoren in de gaten. De kabels kunt u leiden door de sleuven aan de zijkant.
Volledig gemonteerd steken de motoren ongeveer 4 mm uit. Probeer de motoren niet
verder in de behuizing te drukken.
5 Verbind de motorstekkers met de ingebouwde printplaat. Voer de niet vaste kabelge-
deeltes onder de daarvoor bestemde haakjes langs de assen.
60