5. Vóór inbedrijfstelling
Controleer of de gegevens vermeld op het ken-
plaatje overeenkomen met de gegevens van
het stroomnet alvorens het gereedschap aan te
sluiten.
Waarschuwing!
Verwijder altijd de netstekker uit het stop-
contact voordat u het gereedschap anders
afstelt.
De grasmaaier wordt gedemonteerd geleverd. De
complete schuifbeugel, de wielen en de opvang-
korf moeten worden gemonteerd, voordat u de
grasmaaier gebruikt. Volg de gebruiksaanwijzing
stap voor stap en raadpleeg de illustraties voor
een eenvoudige montage.
Montage van de schuifbeugel (afbeelding 3a
tot 3d)
Steek een onderste schuifbeugel (afbeelding 3a,
pos. 5) in de voorziene opening (afbeelding 3a)
en bevestig deze zoals getoond in afbeelding 3b
met de bevestigingsschroef (afbeelding 3b, pos.
9). Ga aan de andere kant analoog te werk.
Bij de montage van de bovenste schuifbeugel
kunt u de hoogte van de schuifbeugel bepalen
door het bevestigingsgat (afbeelding 3c) te kie-
zen. Bevestig de bovenste schuifbeugel ofwel
door de gaten L voor een lage positie of H voor
een hoge positie. Schroef daarvoor de bovenste
schuifbeugel vast met de onderste schuifbeugel
met een bevestigingsschroef voor de bovenste
schuifbeugel (afbeelding 3d, pos. 10).
Montage van de opvangkorf (afbeelding 4a
tot 4d)
Druk eerst de greep van de opvangkorf (pos. 8)
in de openingen op de bovenste helften van de
behuizing van de opvangkorf (pos. 13). Steek
vervolgens de beide helften van de behuizing van
de opvangkorf (afbeelding 4b, pos. 13) ineen. Let
erop dat alle plastic neuzen over de hele omtrek
correct vastklikken. Om de opvangkorf in te han-
gen moet de motor worden uitgeschakeld en mag
het snijmes niet meer draaien. De opvangkorf
wordt aan de grasmaaier aan de beide haken (af-
beelding 4c, pos. A) ingehangen. Open daarvoor
met één hand de uitwerpklep (afbeelding 4d, pos.
16) en hang met de andere hand de opvangkorf
in zoals getoond in afbeelding 4d. De uitwerpklep
wordt door een veer tegen de opvangkorf getrok-
ken.
Anl_HEM_E_1032_SPK7-1.indb 74
Anl_HEM_E_1032_SPK7-1.indb 74
NL
Montage van de wielen (afbeelding 5a en 5b)
Monteer de vier wielen (afbeelding 2, pos. 14)
zoals getoond in afbeelding 5a. Draai daarvoor de
wielbevestigingsschroef (afbeelding 5a, pos. 15)
met de klok mee vast. Breng alle vier de wielen
aan in dezelfde positie.
Verstelling van de maaihoogte
Opgelet!
Van maaihoogte mag enkel worden veranderd als
de motor afgezet en de netstekker uit het stop-
contact getrokken is.
Voordat u begint te maaien controleert u of het
maaigereedschap niet bot is, en of de beves-
tigingsmiddelen niet zijn beschadigd. Vervang
botte en/of beschadigde maaigereedschappen
om onbalans te vermijden. Bij deze controle de
motor afzetten en de netstekker uit het stopcon-
tact trekken.
Het verstellen van de maaihoogte moet als volgt
worden uitgevoerd. Draai om het wiel (14) te
bevestigen de bevestigingsschroef (15) met de
klok mee vast (afbeelding 5a). Om het wiel los te
maken gaat u te werk in omgekeerde volgorde. Al
naargelang de gewenste maaihoogte kunt u het
wiel nu aanbrengen in positie 1, 2 of 3 (afbeelding
5b). Breng alle 4 wielen aan op dezelfde hoogte,
opdat het snijmes parallel loopt aan het gazon.
Positie
Snijhoogte
1
60 mm
2
40 mm
3
20 mm
Stroomaansluiting
De gazonmaaier kan worden aangesloten op
elk stopcontact van het lichtnet (220-240 V
wisselstroom). Er is echter slechts één veilig-
heidsstopcontact toegestaan die door een lei-
dingveiligheidsschakelaar voor 16 A moet worden
beveiligd. Bovendien dient een aardlekschakelaar
(RCD) met max. 30 mA opwaarts te zijn geïnstal-
leerd!
Aansluitkabel van het gereedschap
Gebruik voor het toestel enkel intacte aansluitka-
bels. De aansluitkabel van het gereedschap mag
niet willekeurig lang zijn (max. 50 m) omdat an-
ders het vermogen van de elektrische motor ver-
mindert. De aansluitkabel van het gereedschap
moet een dwarsdoorsnede van 3 x 1,5 mm
hebben. Op aansluitkabels van gazonmaaiers
doen zich bijzonder vaak beschadigingen van de
- 74 -
2
10.04.2019 15:13:53
10.04.2019 15:13:53