• Gebruik de lader bij een
temperatuur tussen de 0°C en de
40°C en laad de accu op bij een
temperatuur die vergelijkbaar is
met de temperatuur van de accu
zelf. (Er mag niet meer dan 15°C
verschil zijn tussen de temperatuur
van de accu en de temperatuur van
de oplaadlocatie.)
• Laat een koude accu (kouder
dan 0°C (32°F)), voordat deze
wordt opgeladen in een warme
omgeving, eerst minimaal een
uur in deze ruimte liggen om op
temperatuur te komen.
• Laat de lader afkoelen wanneer u
meer dan twee accu's na elkaar
oplaadt.
• Steek uw vingers niet in de con-
tactopeningwanneer u de lader
vastpakt.
• Om brandgevaar en beschadiging
van de acculader te voorkomen.
- Voorkom dat de ventilatiegaten
van de lader en de accu worden
bedekt.
- Maak de acculader los wanneer
deze niet wordt gebruikt.
• Steek de stekker van de lader goed
en helemaal in het stopcontact.
Het slechts gedeeltelijk insteken
houdt brandgevaar in als gevolg
van vonken of hitte. Gebruik geen
beschadigde stekker of loszittend
stopcontact.
• Verwijder regelmatig het stof op
de stekker. Stof op de stekker kan
vocht aantrekken en leiden tot
een slechte isolatie, waardoor het
gevaar voor brand toeneemt. Trek
de stekker uit het stopcontact en
veeg hem schoon met een droge
doek.
• Haal de stekker van de lader uit het
stopcontact wanneer de lader niet
in gebruik is.
• Bij onjuist onderhoud kan de
kwaliteit van de isolatie afnemen,
waardoor het gevaar voor een
elektrische schok en brand
toeneemt.
OPMERKING:
De accu is niet volledig opgeladen
wanneer u deze koopt. Laad de accu
daarom voor gebruik op.
Opladen
1. Steek de lader in een stopcontact.
OPMERKING:
Wanneer de stekker in het stopcontact
wordt gestoken, kunnen er vonken
ontstaan, maar dit is niet gevaarlijk.
2. Plaats de accu goed in de lader.
【 Fig.10 】
• Het opladen begint niet als de accu
warm is (bijvoorbeeld onmiddellijk
na zwaar gebruik). Het oplaadlampje
(rood) brandt totdat de accu is
afgekoeld. Daarna begint het opladen
automatisch.
3. Het oplaadlampje (groen) knippert totdat
het opladen is voltooid.
4. Wanneer het opladen is voltooid, brandt
het oplaadlampje groen. Wanneer het
opladen is voltooid, wordt een inwendige
elektronische schakelaar automatisch
geactiveerd om het overladen te
voorkomen.
5. Als een volledig opgeladen accu
opnieuw in de lader wordt geplaatst, zal
de laadindicator (groen) branden.
OPMERKING:
• Soms blijft het spanningslampje
ongeveer 10 seconden branden na
het uittrekken van de stekker; dit is
echter geen defect.
- 85 -
NL