Zaaggarnituur Naar Achteren Zwenken; Extra Steun En Glijder; Werking; Ingebruikname - Mafell DSS 300 cc Notice D'emploi


Breng voor het schuinzetten de machine in
uitgangspositie steun ze zodanig af, dat het
zaagaggregaat kan worden gezwenkt.

Draai beide vleugelschroeven los 23 (afb. 1).

In overeenstemming met de schaal op de
tandwielkast stelt u de hoek in.

Vervolgens draait u de vleugelbouten 23 vast.

4.8 Zaaggarnituur naar achteren zwenken

Let op: Verwondingsgevaar aan de
snijkanten. Bij het zagen met een
naar achteren gezwenkte
zaaggarnituur moet extra oplettend
gewerkt worden!
De zaaggarnituur kan op elke willekeurige hoek van
0° tot 45° naar achteren gezwenkt worden.

Zet de spanhefboom 24 (afb. 1) los.

In overeenstemming met de schaal op het
spouwmes stelt u de hoek in.

Zet vervolgens de spanhefboom weer vast.

4.9 Extra steun en glijder

4.9.1 Extra steun
Om het werkvlak te vergroten en daardoor de
geleiding van de wipzaag voor isolatiemateriaal te
verbeteren, kunt u de extra steun 25 (afb. 2) op de
machine monteren.

Zet beide houders van de extra steun op de
zwenksegmenten 26 (afb. 3) en duw de extra
steun tegen de machine tot de houders
vastklikken.

Om de extra steun te verwijderen, drukt u
tegelijkertijd beide grendelknoppen 27 (afb. 2) in
en neemt u de extra steun weg.
Om smalle, schuine sneden tot
stand te brengen, kan de machine
met de extra steun op een
geleiderail geplaatst worden. De
afstand van de snede tot de
zaagkabel kan in functie van de
snijhoek bepaald worden op basis
van de tabel op de extra steun.
Voor dwarssneden kan het voorste
kopvlak van de extra steun samen
met de grondplaat gebruikt worden
als aanslag op een geleiderail, lat
e.d.
4.9.2 Glijder
Bij het gebruik van een geleiderail 33 (afb. 5) wordt
de glijder gebruikt als hoogtecompensatie 34. Hij kan
zowel onder de extra steun als onder de grondplaat
gemonteerd worden.

Zet de glijder onderaan in de extra steun c.q.
grondplaat en klik hem vast.

Om hem weg te nemen, ontgrendelt u de glijder
en neemt u hem weg.
Als de glijder niet benodigd wordt, kan hij boven de
extra steun in de neutrale positie 35 opgeborgen
worden.
5

Werking

5.1 Ingebruikname

Deze gebruiksaanwijzing moet iedere persoon die
met de bediening van de machine is belast, ter
kennisname worden doorgegeven, waarbij vooral
attent dient te worden gemaakt op het hoofdstuk
"Veiligheidsinstructies".

5.2 In- en uitschakelen

Gevaar
Let er voor het inschakelen op dat
het werkstuk en de zaagkabel niet
met elkaar in contact komen. Het
werkbereik onder het werkstuk
moet vrij van obstakels zijn.
Aansluitleiding naar achteren
wegvoeren. Machine met beide
handen aan de hiervoor gedachte
handgrepen vasthouden.

Inschakelen: Duw de inschakelblokkering 28
(afb. 1) naar voor om te ontgrendelen. Daarna
bedient u de schakelhefboom 29 bij een
ingedrukte inschakelblokkering 8.
Omdat het een schakelaar zonder blokkering is,
draait de machine nu zo lang de schakelaar wordt
bediend.
-64-