Bij isolatiemateriaal met een
dichtheid >160 kg/m³ moet de
dubbele tandriem gemonteerd zijn.
Hang de dubbele tandriem met de fijne
vertanding in het rondsel 7 (afb. 3).
Trek de spanhefboom 8 (afb. 4) uit de neutrale
positie naar boven en draai hem 90° naar
binnen. Hang de dubbele tandriem in de
omkeerrol 30 (afb. 6) en laat de spanhefboom
langzaam naar beneden glijden.
De dubbele tandriem wordt door de veerkracht
aangespannen. Voor de demontage van de dubbele
tandriem gaat u omgekeerd te werk.
4.4 Zaagdraadwissel
Gevaar
Vóór de wissel van de zaagkabel
moet in ieder geval de stekker uit
het stopcontact getrokken worden!
Gevaar van verwondingen ook bij
stilstaande zaagkabel
Ga bij de wissel van de zaagkabel als volgt te werk:
Verwijder eventueel de dubbele tandriem en
breng de spanhefboom in de neutrale stand (zie
hoofdstuk 4.3 Montage van de dubbele
tandriem, pagina 61)
Draai
met
de
zwenkelement achteraan 9 (afb. 1) bevestigde
zeskantschroevendraaier 10 de cilinderbout 11
(afb. 4) los en klap het deksel omlaag.
Draai met de zeskantschroevendraaier de as 12
(afb. 2) met de klok mee tot de nok vastklikt. De
zaagkabel is nu ontspannen.
Draai met de zeskantschroevendraaier 10 (afb.
1) de cilinderbout 13 (afb. 2) in de voorste
beschermkap los en neem ze weg.
Let op: Verwondingsgevaar aan de
snijkanten.
De zaagkabel kan nu weggenomen worden.
Controleer bij elke kabelwissel de beitels 31
(afb. 3) en 32 (afb. 4) op beschadiging en
meegeleverde,
op
slijtage en vervang indien nodig (zie hoofdstuk
4.6 Beitelwissel, pagina 63)
Leg een nieuwe zaagkabel op het aandrijfwiel
en de keerschijf. Let erop dat de snijkant in de
richting van de looprichting wijst en in de
openingen van de wielen vastgrijpt.
Draai met de zeskantschroevendraaier de as
tegen de klok tot de zaagkabel door de
veerkracht is gespannen.
Klap de afdekking omhoog en zet ze met de
schroef vast.
Breng de voorste beschermkap aan en zet ze
met
de
zeskantschroevendraaier
zwenksegment.
Trek de zaagkabel 2-3 keer met de hand verder
om de correcte positionering op de wielen te
controleren.
De
zaagkabel
aangespannen en hoeft niet nagespannen te worden.
4.5 Wissel aandrijfwiel en keerschijf
Gevaar
Neem bij alle
onderhoudswerkzaamheden de
netstekker uit het stopcontact.
De wielen worden sterk belast. Als ze zichtbare
scheuren vertonen, moeten ze zeker vervangen
het
worden.
4.5.1
Wissel van het aandrijfwiel
Ga bij de wissel van het aandrijfwiel als volgt te werk:
Neem de zaagkabel van het aandrijfwiel (zie
hoofdstuk 4.4 Zaagdraadwissel, pagina 62).
Draai de bolcilinderschroef 14 (afb. 3) los en
neem de beitel weg.
Bedien de drukknop 15 (afb. 1) en trek de
palhefboom 16 naar boven. Nu is de zaagas
vastgezet en de schakelhefboom vergrendeld.
Met de zeskantschroevendraaier 10 (houder
afb. 1) draait u de flensbout 17 (afb. 3) tegen de
wijzers van de klok los. Neem nu de schroef
en de voorste spanflens 18 weg.
U kunt nu het aandrijfwiel verwijderen.
-62-
cilinderbout
vast.
Bevestig
in
het
wordt
door
de
de
achterste
veerkracht