1. Algemene aandachtspunten
vóór installatie
2. Aandachtspunten vóór de
indienststelling
3. Indienststelling van het
toestel
Instructies bestemd voor de gebruiker
Dit toestel is bestemd om bij atmosferische druk het water te verwarmen tot op een temperatuur lager
dan het kookpunt. Het toestel dient op een centrale verwarmings- en sww-tapinstallatie aangesloten
worden waarvan de technische kenmerken in overeenstemming zijn met het de prestaties en het
vermogen van het toestel.
Alvorens het toestel door een specialist te doen aansluiten is het noodzakelijk:
a) alle leidingen van de installatie schoon te maken teneinde eventuele resten te verwijderen.
b) te controleren of het toestel afgesteld is om te werken met de verdeelde gassoort. U vindt deze
informatie op de verpakking en op het kenplaatje dat zich op het toestel bevindt.
De eerste inwerkingstelling zal door de bevoegde technische dienst moeten gedaan worden. Deze zal
moeten controleren:
a) of de gegevens op het kenplaatje in overeenstemming zijn met deze van de verdeelnetten
(elektriciteit, gas, water);
b) of de installatie conform is met de in voege zijnde reglementering, de besluiten en normen en
onder andere de norm NBN D51–003.
c) of de elektrische aansluiting op het verdeelnet reglementair is en dat het toestel met de aarde
verbonden is (Cf. R.G.I.E.).
Bij het niet naleven van deze voorschriften vervalt de garantie.
Alvorens het toestel in dienst te nemen, verwijder de beschermfilm van uw toestel zonder daarvoor
gereedschap of schurende producten te gebruiken welke de galakte delen zouden kunnen beschadigen.
Ga op de hierna volgende wijze te werk om de ontstekingsoperaties correct uit te voeren:
1) het toestel onder spanning brengen;
2) de gaskraan openen;
3) volg de hieronder opgesomde instructies voor de afstellingen te doen op het bedieningsbord van
het toestel.
34