1. IN WERKING STELLEN VAN DE KETEL
Ga te werk zoals hieronder beschreven om de juiste ontstekingsprocedure uit te voeren:
• Controleer of de waterdruk in de installatie overeenstemt met de voorgeschreven druk (hoofdstuk 6).
• Schakel de stroom naar de ketel in.
• Draai de gaskraan open (geelkleurig, normaal onder de ketel geplaatst).
• Stel de gewenste verwarmingsbedrijfswijze in (par. 1.2).
Legende van de TOETSEN
Regeling tapwatertemperatuur
(toets + om de temperatuur te verhogen en toets – om de
temperatuur te verlagen)
Regeling verwarmingswatertemperatuur
(toets + om de temperatuur te verhogen en toets – om de
temperatuur te verlagen)
Informatie over de werking van de ketel
Bedrijfswijze:
Tapwater - Tapwater en Verwarming - Alleen Verwarming
Uit - Reset - Menu/functies verlaten
Legende van de SYMBOLEN
Uit: verwarming en tapwater uitgeschakeld
(alleen vorstbeveiliging van ketel is actief)
Storing waardoor de brander niet aangestoken kan
worden
Waterdruk ketel/installatie laag
Verzoek om inschakeling van Technische Dienst
Handmatig resetbare storing (toets
Storing gaande
1.1 REGELING VAN DE AANVOERTEMPERATUUR VOOR DE VERWARMING EN
HET TAPWATER
De regeling van de aanvoertemperatuur voor de verwarming en het tapwater (wanneer er een uitwendige boiler aanwezig is)
gebeurt door respectievelijke op de toetsen
van het symbool
op het display weergegeven.
VERWARMING: tijdens de werking van de ketel op de verwarmingsstand wordt het symbool
weergegeven en wordt ook de aanvoertemperatuur voor de verwarming (°C) getoond.
Indien er een uitwendige opnemer aangesloten is, regelen de toetsen
- zie par. 10.2.1).
TAPWATER: Tijdens de werking van de ketel op de tapwaterstand wordt het symbool
en wordt ook de aanvoertemperatuur van de primaire ketelkring (°C) getoond.
Als de voorverwarmingsfunctie actief is knippert het symbool
1.2 BEDRIJFSWIJZEN
WEERGEGEVEN
BEDRIJFSWIJZE
SYMBOOL
TAPWATER
TAPWATER EN VERWARMING
ALLEEN VERWARMING
2. LANGDURIGE STILSTAND VAN DE INSTALLATIE VORSTBEVEILIGING
Het is afgeraden om de verwarminginstallatie leeg te laten omdat elke bijvulling zorg voor schadelijke kalkaanslag in de ketel en
de ketelblok. Als de verwarmingsinstallatie in de winter niet gebruikt wordt is het in geval van vorstgevaar verstandig om het water
van de installatie met geschikte antivriesoplossingen te mengen die voor dat speciale gebruik bedoeld zijn (bijv. propyleenglycol
in combinatie met aanslag- en corrosiewerende middelen). De elektronische besturing van de ketel is voorzien van een "antivries"
functie tijdens de verwarming die er bij een aanvoertemperatuur van de installatie van beneden de 5°C voor zorgt dat de brander
ontstoken wordt totdat er een temperatuur op de aanvoer van 30°C bereikt wordt.
De functie is werkzaam als de stroom naar de ketel ingeschakeld is, als er gas is, als de druk van de installatie overeenstemt
met de voorgeschreven druk en als er geen ketelblokkade is.
)
en
te drukken. Als de brander ingeschakeld is wordt dit aan de hand
de ruimtetemperatuur indirect (fabriekswaarde 20°C
ook zonder enige warmtapwatervraag.
Om de werking van het apparaat op Tapwater - Verwarming of Alleen
Verwarming in te schakelen moet u herhaaldelijk op de toets
één van de drie beschikbare bedrijfswijzen kiezen.
Om de bedrijfswijzen van de ketel uit te schakelen en de vorstbeveiligingsfunctie
ingeschakeld te laten, moet u de toets
ingedrukt houden, op het display zal alleen het symbool
ketelblokkade knippert de achterverlichting van het display).
25
Brander aan
Bedrijfswijze tapwater ingeschakeld
Bedrijfswijze verwarming ingeschakeld
Programmeermenu
Menu ketelinfo
Ingestelde maateenheden (SI/US)
intermitterend op het display
intermitterend op het display weergegeven
minstens 3 seconden lang
7221875.01 (2-09/15)
drukken en
verschijnen (bij