4. Veiligheidsinstructies
4.1. Onbevoegde personen
• Dit apparaat mag niet worden gebruikt door personen (inclusief
kinderen) met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of intellectuele
vermogens en/of onvoldoende ervaring en/of kennis, tenzij dit ge-
beurt onder toezicht van een voor hun veiligheid verantwoordelij-
ke persoon of de personen zijn geïnstrueerd in het juiste gebruik
van het apparaat. Kinderen moeten onder toezicht staan om er-
voor te zorgen dat ze niet met het apparaat spelen.
• Berg het apparaat en de accessoires buiten bereik van kinderen op.
• Houd ook de plastic verpakkingen buiten bereik van kinderen.
Deze vormen een gevaar voor verstikking.
10 van 146