Nederlands
– Houd kinderen uit de buurt van
de ladder.
– Sluit, indien mogelijk, deuren en
ramen in het werkbereik, met
uitzondering van nooduitgangen.
–
Ga de ladder altijd op
en af met uw gezicht
naar de ladder toe.
–
Houd u goed vast
tijdens het op- en
afdalen van de ladder.
Tijdens werkzaamheden op de
ladder vasthouden of andere
veiligheidsmaatregelen nemen,
als dit niet mogelijk is.
–
Gebruik de ladder niet
als overbrugging of als
brug.
– Draag geschikte, stevige
schoenen als u op de ladder
stapt.
–
Vermijd
werkzaamheden op de
ladder met eenzijdige
belasting, bijvoorbeeld het aan
weerszijden boren door hard
materiaal (bijv. stenen of beton).
– Blijf niet te lang op de ladder
staan zonder regelmatige
onderbreking (vermoeidheid is
een risico). Ga meteen van de
ladder af als u vermoeidheid
constateert.
–
Aanlegladders die
min.
worden gebruikt voor
1 m
58
de toegang tot hoger gelegen
niveaus, moeten minstens
1 meter voorbij het steunpunt
worden uitgeschoven.
–
1 m
laatste meter van de
aanlegladder.
–
Draag alleen lichte,
KG
handzame voorwerpen
als u zich op de ladder
bevindt.
– Houd u bij de werkzaamheden op
de ladder altijd met één hand
vast of, als dat niet mogelijk is,
neem aanvullende
veiligheidsmaatregelen.
–
Controleer voor
gebruik of de
blokkeerinrichtingen
van de ladder functioneren en
alle uitgeschoven segmenten op
de juiste manier zijn vergrendeld,
voordat u op de ladder stapt.
Gebruik de ladder alleen als deze
correct functioneert.
– Verzeker u ervan dat er zich geen
leidingen of buizen, onafgesloten
ramen en deuren of uitstekende
delen in uw directe omgeving
bevinden voordat u op de ladder
stapt.
– Gebruik de ladder niet als één of
meerdere slipvaste voeten van de
Ga niet
hoger dan
max.
tot de
1.98 m