• (Brede, vlakke werkstukken zie afb. 20) Open
de stergreepschroef (4) en positioneer de schaaf-
mesafdekking compl. (9) zo ver als nodig is voor de
dikte van het werkstuk. De schaafmesafdekking (9)
bedekt hierbij de gehele meswals! Haal nu de ster-
greepschroef (4) weer aan.
• Sluit de voedingsstekker met de voedingskabel aan.
Druk op de groene knop "I" om de schaafmachine
te starten.
• Leg het te bewerken werkstuk op de aanvoertafel
(14). Houd met één hand het werkstuk op de tafel
(14) gedrukt en schuif deze zo mogelijk met behulp
van de schuifstok (16) naar voren in de richting van
de afnametafel (7) over de meswals
• Schakel de machine uit na beëindiging van de werk-
zaamheden. Druk daartoe op de rode knop "0".
Ontkoppel de machine vervolgens van de stroom-
voorziening.
• Verwijder spaanders en stof van de aanvoertafel
(14), afnametafel (7) en meswals, nadat de machine
volledig tot stilstand is gekomen.
• Breng de schaafmesafdekking (9) weer in positie en
dek het schaafmes over de gehele lengte af.
9.2 Vandiktebank-schaven
m LET OP!: Haal bij alle onderhouds-, reinigings- en
instellingswerkzaamheden de voedingsstekker uit het
stopcontact.
9.2.1 Instelling (afb. 22)
• Plaats de handslinger (10) op de spil en draai de
vandiktebank (21) naar de gewenste hoogte. De
ingestelde hoogte kan van de schaalverdeling (G)
worden afgelezen.
• Hierbij is het van belang dat de hoogte van de van-
diktebank (21) van onderen naar boven wordt inge-
steld, dit betekent, slinger de tafel eerst verder om-
laag (ca. 5 mm) tot aan de gewenste hoogte. Aan-
sluitend slingert u de tafel (21) in de gewenste hoog-
te omhoog.
9.2.2 Vandiktebank-schaaf-bedrijf (afb. 22)
Let op! Neem de juiste montage van de spaanafzui-
ging (zie 8.7) in acht
• Sluit de voedingsstekker met de voedingskabel aan.
Druk op de groene knop "I" om de schaafmachine
te starten.
• Plaats het werkstuk op de vandiktebank (21). Voer
het werkstuk in de richting van de aanvoertafel (14)
aan. (Let op de pijlrichting, die tevens staat voor de
werkrichting.)
• Schakel de machine uit na beëindiging van de werk-
zaamheden. Druk daartoe op de rode knop "0".
Ontkoppel de machine vervolgens van de stroom-
voorziening.
• Verwijder spaanders en stof van de vandiktebank
(21), afnametafel (21) en mescilinder, nadat de ma-
chine volledig tot stilstand is gekomen.
10. Elektrische aansluiting
De geïnstalleerde elektromotor is bedrijfsklaar
aangesloten. De aansluiting voldoet aan de rele-
vante VDE- en DIN-voorschriften. De netaanslui-
ting van de klant en het gebruikte verlengsnoer
moeten eveneens aan deze voorschriften voldoen.
Belangrijke aanwijzingen
Bij overbelasting van de motor schakelt deze vanzelf
uit. Na een afkoeltijd (deze tijd is verschillend) kan de
motor weer worden ingeschakeld.
Defecte elektrische aansluitkabel.
Bij elektrische aansluitkabels treedt vaak schade aan
de isolatie op.
Mogelijke oorzaken zijn:
• Versleten plekken, als aansluitkabels door venster-
of deuropeningen worden geleid.
• Knikken door een onvakkundige bevestiging of ge-
leiding van de aansluitkabel.
• Snijplekken omdat over de aansluitkabel is gereden.
• Beschadigde isolatie omdat de stekker uit het stop-
contact is getrokken.
• Scheuren door veroudering van de isolatie.
Dergelijke defecte elektrische aansluitkabels mogen
niet worden gebruikt en zijn levensgevaarlijk als de
isolatie is beschadigd.
Controleer de elektrische aansluitkabels regelmatig op
schade. Let erop dat bij het controleren de aansluitka-
bel niet op het elektriciteitsnet is aangesloten.
Elektrische aansluitkabels moeten aan de relevante
VDE- en DIN-voorschriften voldoen. Gebruik uitslui-
tend netsnoeren met de aanduiding "H05VV-F".
Op de aansluitkabel moet de typeaanduiding vermeld
staan.
www.scheppach.com
NL | 77