ELEKTRISCHE AANSLUITING
Alleen een professionele elektro-
monteur mag aan de pomp of rege-
laar werkzaamheden uitvoeren.
Voorafgaande aan alle werkzaamhe-
den de pomp en regelaar loskoppe-
len van het elektriciteitsnet en ervoor
zorgen dat ze door andere personen niet op-
nieuw onder spanning kunnen worden gezet.
De van toepassing zijnde normen (bijv. EN), de
land-specifieke wetgeving (bijvoorbeeld VDE)
en de voorschriften van de plaatselijke net-
werkexploitant moeten in acht worden geno-
men.
ATTENTIE! Stekker of blootliggend kabeluit-
einde nooit in het water leggen! Eventueel bin-
nendringend water kan tot storingen leiden.
Bedrijfsspanning in acht nemen (zie typeplaat-
je)!
De pomp is uitgerust met een wikkelingsther-
mostaat, die bij ontoelaatbaar hoge tempera-
turen de pomp uitschakelt voordat deze kan
worden beschadigd. Ontoelaatbaar hoge tem-
peraturen kunnen bijvoorbeeld het resultaat
zijn van droogloop of mechanische of elektri-
sche overbelasting.
Na afkoeling schakelt de pomp auto-
matisch weer in - kans op letsel!
Daarom altijd de pomp spannings-
loos maken voordat u de storingsoorzaak gaat
verhelpen! Voor dit doel de stekker uit het
stopcontact trekken of de zekeringen van de
pompregelaar eruit draaien!
Schakelschema wisselstroom en sterkstroom
Draairichting
Geldt alleen voor sterkstroompompen. Vooraf-
gaande aan de montage moet de draairichting
worden gecontroleerd. Bij de juiste draairichting
vindt de aanloopruk tegen de klok in plaats. Bij
een verkeerde draairichting moeten 2 fasen van
de stroomkabel worden verwisseld, omdat een
verkeerde draairichting tot overbelasting van de
pomp leidt.
INBOUW
Die pomp moet conform de voorbeelden wor-
den ingebouwd. Bij installaties conform EN
12056-4 moet de drukleiding als lus over het
plaatselijke geldende opstuwniveau worden
geleid en beveiligd met een terugstroombevei-
liging. Het meegeleverde rubberen klepje (U3
en U5) is alleen nodig bij mobiel gebruik.
Bij een langere drukleiding moet ter voorko-
ming van pijpwrijvingsverliezen, een dienover-
eenkomstig grotere buisdiameter worden ge-
selecteerd.
In tegenstelling tot de pompen met een auto-
matische schakeling zijn bij pompen zonder
automatisch schakeling door toepassing van
een aparte niveauregelaar de in- en uitscha-
kelhoogtes variabel. Onze direct aansluitbare
niveauregelaars kunnen zonder speciale elek-
trotechnische vaardigheden worden geïnstal-
leerd.
Een permanente ontluchting van de ringbehui-
zing kan nodig zijn als de pomp vaak droog valt
(de uitstroomtuit komt bloot te liggen). Dit ge-
beurt bijvoorbeeld als het resterende water in
de verzamelput verdampt of de pomp is tijdens
de testloop begint te slurpen.
Voor de veilige ontluchting van de pompbehui-
zing wordt de meegeleverde bocht op de ge-
markeerde plaats voorzien van een gat van 6
mm.
ATTENTIE! Bij een defecte pomp kan een deel
van de oliekamervulling in het af te voeren ma-
teriaal terecht komen.
NEDERLANDS
27