Batterijtest
Om de toestand van de batterijen te testen, kunt u een batterijtest
uitvoeren. Schakel het toestel in en plaats de elektroden op het
met B gemarkeerde contactvlak ¸ op de bovenkant van het
beschermdeksel. Als de afleeswaarden overeenstemmen met de
referentiewaarden, zijn de batterijen volledig geladen. Hoe verder
de afleeswaarden onder de referentiewaarden liggen, hoe verder
de batterijen ontladen zijn.
Referentiewaarden voor de batterijtest:
Houtvochtigheidsschaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . > 44 %
Bouwmateriaalvochtigheidsschaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . > 2 %
Vervangen van de batterijen
Wanneer de batterijen de vereiste spanning voor de werking van
het meetapparaat niet meer duurzaam kunnen leveren, knippert
het batterijstatussymbool op het display. Dat betekent dat de
batterijen leeg zijn en moeten worden vervangen. Om de batterijen
te vervangen draait u de schroef ¹ van het batterijdeksel
Verwijder de lege batterijen
door nieuwe. Let bij het plaatsen van de batterijen op de correcte
polarisering en gebruik uitsluitend batterijen van het type Cr 2032.
Na het installeren van de nieuwe batterijen brengt u het batterijvak-
deksel opnieuw aan.
Gebruiksaanwijzing – Nederlands
uit het batterijvak en vervang ze
los.
E - 09