106
selecteren door de cursor met de pijltjes omhoog/omlaag op de gewenste
regel te plaatsen:
SOURCE: U kunt deze ingang anders instellen zodat er een specifiek
ingangssignaal wordt gekozen voor het configureren(CD, TUNER, VIDEO
1 t/m 7, USB, PC-USB, XLR, PHONO, MULTI INPUT en BLUETOOTH).
NAME: De naam van de bron kan worden gewijzigd en de opties omvatten:
PC, AUDIO, GAME, XBOX, XBOX 2, PS, PS4, WII, SAT, SAT 2, CABLE,
CABLE 2, DISH, HDD, IPOD, ARC, TV, CAMERA, BLUE-RAY, BLUE-RAY 2,
DVR, LD, CD, MUSIC, TUNER, OTHER, APPLE TV, APPLE TV 2, ROKU en
CHROMECAST. De standaardnaam bij NAME is dezelfde naam als die
bij de SOURCE wordt aangegeven.
VIDEO INPUT: Hiermee selecteert u de videobron die u op het tv-scherm wilt
laten weergeven. Wijs de ingang toe aan een aangesloten broncomponent
door een van de opties HDMI 1 t/m 6 of HDMI Front te kiezen. Voor bronnen
die alleen geluid afgeven (zoals een CD-speler) zou u in principe OFF
selecteren, zodat er geen beeld wordt weergegeven. U kunt de videobron
ook instellen op "Last Video Source" (laatste videobron) zodat de vorige
videobron niet wordt gewijzigd als u naar de opgegeven video-ingang
schakelt. Deze functie is handig als u alleen maar het geluid wilt veranderen
en u de laatst weergegeven videobron wilt blijven bekijken.
AUDIO INPUT: Wijst een fysieke ingangsaansluiting toe voor de bron die
wordt getoond in de eerste regel van het menu. De opties zijn Optical 1–3,
Coax 1–3, HDMI Audio, Tuner, Multi Input, XLR, Phono, CD, Bluetooth,
PC-USB, USB, ARC, AUX of Off.
OPMERKING: U kunt optische, coaxiale, CD- en XLR-ingangen
toewijzen aan de ingangsbron CD of Video 1 t/m 7. Er is geen audio-
invoer beschikbaar voor de ingangsbronnen XLR, PHONO, MULTI
INPUT, BLUETOOTH of USB.
Als de ingangsbron wordt geselecteerd voor "PC-USB" kunt u AUDIO INPUT
veranderen in "USB Audio 1.0" of "USB Audio 2.0". Voor USB Audio Class
2.0 kan het nodig zijn de PC-driver te installeren. Meer informatie kunt u
vinden in het hoofdstuk over in deze handleiding.
TRIGGER OUTPUT: De RSP-1576MKII heeft drie 12V triggeruitgangen (met
de aanduidingen 1 t/m 3) die een signaal van12V DC leveren om andere
componenten in te schakelen. Met deze menu-optie worden bepaalde 12V
triggeruitgangen ingeschakeld als de aangegeven ingangsbron geselecteerd
wordt. U kunt de ingang VIDEO 1 bijvoorbeeld zo instellen dat die de 12V
trigger voor uw DVD-speler inschakelt. U kunt elke willekeurige combinatie
van triggeruitgangen voor elke bron programmeren.
1.
Plaats de cursor op de optie "TRIGGER OUTPUT" en druk op de
ENTER-knop op de afstandsbediening.
2.
Druk op de pijltjes omhoog/omlaag op de afstandsbediening om de
eerste positie van blanco naar 1 te veranderen (en zo TRIGGER 1
voor die bron te activeren) en gebruik de pijltjes naar links/rechts om
naar de volgende positie te gaan.
3.
Herhaal dit totdat alle drie de posities naar wens zijn ingesteld. Met de
laatste keer dat u nu op de ENTER-knop drukt, bevestigt u uw keuze.
OPMERKING: De 12V trigger-uitgang 1 staat standaard zo ingesteld
dat hij wordt ingeschakeld voor alle bronnen. U kunt hem aan de hand
van de hierboven beschreven stappen uitschakelen.
RSP-1576MKII Surround sound-processor
DEFAULT MODE: Met de instelling DEFAULT MODE kunt u een standaard
audiomodus instellen voor elke broningang. Deze standaardinstelling wordt
gebruikt tenzij het bronmateriaal automatische decodering van een specifiek
type triggert of tenzij de standaardinstelling tijdelijk wordt onderdrukt door de
knoppen voor de surroundmodi op het voorpaneel of de afstandsbediening.
Opties voor de standaard-surroundmodi zijn: Stereo, Dolby 3 Stereo,
5-kanaals Stereo, 7-kanaals Stereo, 9-kanaals Stereo, 11-kanaals Stereo,
Dolby ATMOS Surround, DTS Neural:X, Analog Bypass (alleen voor analoge
ingangssignalen) en Source Dependant.
OPMERKING: De meeste soorten digitale discs of bronmateriaal
worden meestal automatisch herkend en de juiste decodering wordt
geactiveerd zonder dat enige handeling of instelling vereist is.
OPMERKING: In de modus ANALOG BYPASS zal het apparaat
de Dirac-filters NIET inschakelen of de audio verwerken. ANALOGE
BYPASS houdt het analoge ingangssignaal in het analoge domein,
geen digitale verwerking.
Aangezien Dolby- en DTS-bronnen automatisch herkend en gedecodeerd
worden, geeft de standaardinstelling meestal aan het apparaat aan hoe
dit een 2-kanaals stereosignaal moet verwerken. U kunt bijvoorbeeld
instellen dat uw CD-ingang automatisch 2-kanaals stereo weergeeft, de
standaardinstelling voor ingangen voor DVD en een spelcomputer op
Dolby voor surroundmateriaal instellen en de TUNER-ingang standaard op
5 Channel Stereo instellen.
In sommige gevallen kan de standaardinstelling handmatig worden
onderdrukt met de knop 2CH, BYPASS en SUR+ op de afstandsbediening
of het voorpaneel, of met de PLCM-knop op de afstandsbediening. Zie het
hoofdstuk over Handmatig selecteren van surroundmodi in deze handleiding
voor nadere informatie over welke instellingen onderdrukt kunnen worden.
AUDIO DELAY: Wordt ook wel de "lipsynchronisatie-vertraging" genoemd.
Deze instelling vertraagt het geluidssignaal voor een ingang met de
aangegeven waarde die past bij de video-ingang. Deze functie kan nuttig
zijn als het videosignaal meer wordt vertraagd dan het geluidssignaal.
De beschikbare instellingen lopen van 0 ms tot 500 ms, in stappen van
10 ms. De instelling wordt voor elke ingang apart opgeslagen en is
vervolgens de standaard audiovertraging elke keer dat de ingang in kwestie
geselecteerd wordt.
LEVEL ADJUST: Met deze functie kunt u het volumeniveau lager instellen dan
dat van de andere ingangen. Deze functie is handig voor bronnen waarvan
het volume altijd hoger is dan dat van andere bronnen in het systeem.
Geldige instellingen zijn onder andere: 0 tot en met -6 dB, in stappen van
0,5 dB.
FIXED VOLUME: Hiermee wordt een vast volume ingesteld voor een bepaalde
ingang. U kunt deze functie inschakelen door het gewenste vaste volume
te selecteren voor USB, PC-USB, Bluetooth, Coax 1 - 3 of Optical 1 - 3. Als
deze functie is ingeschakeld en een ingang met een vast ingesteld volume
geselecteerd wordt, wordt de geluidssterkte onmiddellijk op het opgegeven
niveau ingesteld. De fabrieksinstelling is variabel (uitgeschakeld).
Geldige instellingen zijn onder andere: Variabel, 1 – 96.