Montage
Energievoorziening meetgereedschap
Het meetgereedschap kan met in de handel verkrijgbare bat-
terijen of met een Bosch lithiumionaccu worden gebruikt.
Gebruik met accu
Gebruik alleen de in de technische gegevens vermelde
u
oplaadapparaten. Alleen deze oplaadapparaten zijn af-
gestemd op de Li-Ion-accu die bij uw meetgereedschap
moet worden gebruikt.
Aanwijzing: Het gebruik van accu's die niet geschikt zijn
voor uw meetgereedschap, kan leiden tot storingen of be-
schadiging van het meetgereedschap.
Aanwijzing: De accu wordt gedeeltelijk geladen geleverd.
Om de volledige capaciteit van de accu te verkrijgen, laadt u
voor het eerste gebruik de accu volledig in het oplaadappa-
raat op.
De Lithium-Ion-accu kan op elk moment worden opgeladen
zonder de levensduur te verkorten. Een onderbreking van
het opladen schaadt de accu niet.
De Li-Ion-accu is door de „Electronic Cell Protection (ECP)"
tegen diepontlading beschermd. Als de accu leeg is, wordt
het elektrische gereedschap door een veiligheidsschakeling
uitgeschakeld.
Het meetgereedschap niet opnieuw inschakelen, na-
u
dat het door de veiligheidsschakeling is uitgescha-
keld. De accu kan anders beschadigd worden.
Voor het plaatsen van de geladen accu (12) deze in de ac-
cuschacht (11) schuiven, tot deze voelbaar vergrendelt.
Voor het verwijderen van de accu (12) op de ontgrende-
lingsknoppen (15) drukken en de accu uit de accuschacht
(11) trekken. Gebruik daarbij geen geweld.
Gebruik met batterijen
Voor het gebruik van het meetgereedschap wordt het ge-
bruik van alkali-mangaanbatterijen aanbevolen.
De batterijen worden in de batterij-adapter geplaatst.
De batterij-adapter is uitsluitend bedoeld voor het ge-
u
bruik in de betreffende Bosch-meetgereedschappen
en mag niet bij elektrische gereedschappen worden
gebruikt.
Voor het plaatsen van de batterijen de huls (13) van de bat-
terijadapter in de accuschacht (11) schuiven. Plaats de bat-
terijen volgens de afbeelding op de afsluitkap (16) in de
huls. Schuif de afsluitkap over de huls tot deze voelbaar
vastklikt.
Voor het verwijderen van de batterijen (14)
drukken op de ontgrendelingsknoppen (15)
van de afsluitkap (16) en de afsluitkap eraf tre-
ken. Let er hierbij op dat de batterijen er niet
uitvallen. Hierbij het meetgereedschap met de
accuschacht (11) naar boven gericht houden. Verwijder de
batterijen. Om de binnenliggende huls (13) uit de ac-
cuschacht te verwijderen, de huls vastpakken en deze met
een lichte druk op de zijwand uit het meetgereedschap trek-
ken.
Bosch Power Tools
Vervang altijd alle batterijen tegelijk. Gebruik alleen batterij-
en van één fabrikant en met dezelfde capaciteit.
Haal de batterijen uit het meetgereedschap, wanneer
u
u dit langere tijd niet gebruikt. De batterijen kunnen bij
een langere periode van opslag in het meetgereedschap
corroderen en zichzelf ontladen.
Oplaadindicatie
De oplaadaanduiding (4) geeft de laadtoestand van de accu
of van de batterijen aan:
LED
Oplaadtoestand
Permanent licht groen 100–75 %
Permanent licht geel
75–35 %
Knipperlicht rood
<35 %
Geen licht
– Accu defect
– Batterijen leeg
Als de accu of de batterijen zwak worden, dan wordt de hel-
derheid van de laserlijnen langzaam minder.
Verwissel een defecte accu of lege batterijen onmiddellijk.
Werken met de draaihouder RM 2
(zie afbeeldingen A1–A3)
Met behulp van de draaihouder (23) kunt u het meetgereed-
schap 360° rond een centraal, altijd zichtbaar loodpunt
draaien. Daardoor kunnen de laserlijnen worden ingesteld
zonder de positie van het meetgereedschap te veranderen.
Met de fijninstelschroef (24) kunt u verticale laserlijnen
exact op referentiepunten uitlijnen.
Plaats het meetgereedschap met de geleidingsgroef (1) te-
gen de geleidingsrail (20) van de draaihouder (23) en schuif
het meetgereedschap tot aan de aanslag op het platform.
Om los te maken, trekt u het meetgereedschap in omgekeer-
de richting van de draaihouder.
Plaatsingsmogelijkheden van de draaihouder:
– staand op een vlakke ondergrond
– tegen een verticaal vlak geschroefd
– in combinatie met de plafondklem (25) aan metalen pla-
fondlijsten
– met behulp van de magneten (21) op metalen oppervlak-
ken
Gebruik
Ingebruikname
Bescherm het meetgereedschap tegen vocht en fel
u
zonlicht.
Stel het meetgereedschap niet bloot aan extreme tem-
u
peraturen of temperatuurschommelingen. Laat het
bijv. niet gedurende langere tijd in de auto liggen. Laat het
meetgereedschap bij grotere temperatuurschommelin-
gen eerst op temperatuur komen en voer vóór het verder
werken altijd een nauwkeurigheidscontrole uit (zie
„Mauwkeurigheidscontrole van het meetgereedschap",
Pagina 80).
Nederlands | 77
1 609 92A 4HG | (12.11.2020)