De opsteekinrichting van de aansluitleiding dint tegen
spatwater beveiligd te zijn.
Bij het leggen van de aansluitleiding erop letten dat deze
niet
gekneusd
of
stekerverbinding niet nat wordt.
Gebruik de kabel niet voor doeleinden warvoor hij niet
geschikt is. Bescherm de kabel tegen hitte, olie of scherpe
randen. De steker niet met de kabel uit het stopcontact
trekken.
Controleer de verleng kabel regelmatig op bescha-
digingen en vervang hem als hij beschadigd is.
Gebruik geen defecte kabels.
Gebruik alleen toegestane en gemerkte verlengkabels.
Maak geen geknutselde elektrische aansluitingen.
Veiligheidsvoorzieningen nooit overbruggen of buiten-
werking stellen.
Het apparaat via een veiligheidsschakelaar (30 mA)
aansluiten.
Elektrische aansluitingen of reparaties mogen alleen
door
een
erkend
reparatiewerkplaats uitgevoerd worden. De plaatselijke
voorschriften moeten opgevolgd worden.
Reparaties aan andere delen van de machine mogen
alleen door de fabrikant of een door hem erkende
werkplaats uitgevoerd worden.
Alleen de originele toebehoren gebruiken. Bij het gebruik
van niet originele onderdelen kunnen risico's voor de
gebruiker ontstaan. De fabrikant kan niet aansprakelijk
gesteld worden voor ongevallen hierdoor ontstaan
S
a
m
S
a
m
Houdt rekening met het ingesloten
montageblad!
Sluit de loofzuiger pas na volledige samenbouw aan het
stroomnet aan.
Zuigpijp monteren
2
Steek de wielen met houder (13) tot aan de aanslag
op de voorste zuigpijp (11) en schroef deze samen.
3
Steek nu de voorste (11) en achterste zuigpijp (10)
samen en verschroef deze.
4
Steek vervolgens de complete zuigpijp (10 + 11) in
de toesteleenheid (5) en schroef allebei met elkaar
samen.
Houdergreep bevestigen
5
Steek de voorste houdergreep (6) in de passende
opening van de toesteleenheid (5) en klik deze vast.
Opvangzak bevestigen
6
Haak als eerste de opvangzak (12) met het voorste
einde aan de achterste zuigpijp (10) in.
93
geknikt
wordt
en
dat
bedrijf
of
een
erkende
e
n
b
o
u
w
e
n
b
o
u
w
7
Haak vervolgens de opvangzak (12) met het
achterste einde aan de toesteleenheid (5) in.
8
Steek tenslotte de opening van de opvangzak (12)
de
op de passende opening van de toesteleenheid (5).
Draaggordel bevestigen
9
Steek het oog van de draaggordel (7) door de
gedachte opening van de toesteleenheid (5) en
schroef deze samen.
Overtuigt u zich er van, dat het apparaat compleet en
volgens voorschrift is gemonteerd.
Controleer voor ieder gebruik
Aansluitleidingen op defecte plaatsen (scheuren,
sneden o. d.)
gebruik geen beschadigde aansluitkabels.
de machine op enventuele beschadigingen
−
(zie veiligheidsinstructies)
of alle schroeven goed zijn vastgedraaid
−
Aansluiting op het net
Vergelijk de netspanning met de spanning (bijv. 230 V) die
op het type plaatje is aangegeven. Sluit de machine
volgens de voorschriften en op een geaard stopcontact
aan.
.
Sluit de machine aan via een Fi-veiligheidsschakelaar
(differentiaaluitschakelaar) met 30 mA.
Gebruik geen defecte kabels. Gebruik aansluit- resp.
verlengkabels met een aderdoorsnede van ten minste 1,5
mm² bij een lengte tot 25m
Beveiliging: 10 A
Aanbrengen van de verlengingskabel
1. Steek de koppeling van de
verlengingskabel op de steker
van de schakelaar-steker-
combinatie. (14)
2. Trek de verlengingskabel als
lus door de
kabeltrekontlasting en hang
het in. (8)
3. Let erop dat de
verlengingskabel voldoende
spel heeft.
Inschakelen / Uitschakelen
De in-/uitschakelaar bevindt zich in de handgreep.
Houdt de schakelaar ingedrukt, om de loofzuiger te
starten. De loofzuiger schakelt zich automatisch uit,
wanneer u de schakelaar loslaat.
I
n
g
e
b
r
u
i
k
n
a
m
e
I
n
g
e
b
r
u
i
k
n
a
m
e