Samen met de geadviseerde olie zijn geen bijzondere
toevoegsels vereist.
Meng de olie niet met benzine.
Luchtgekoelde motoren draaien heter dan motoren van
motorvoertuigen. Bij gebruik van niet-synthetische
meerbereiksolies (5W-30, 10W-30 enz.) bij temperaturen
over 4°C komt het tot een hoger verbruik aan olie dan
normaal. Het oliepeil moet vaker worden gecontroleerd.
Wordt de motor onder 4°C ingezet, moet synthetische
olie worden toegepast, omdat het anders tot motorschade
komt.
Wordt olie SAE 30 onder 10°C toegepast, komt het tot
een zware start en tot mogelijke beschadigingen aan de
motorboring door onvoldoende smering.
Oliecapaciteit: 0,6 l
Olie bijvullen
1. Verwijder de deksel van de olie-invulschroef (3).
2. Vul de olie langzaam in de opening.
3. Draai de olie-invulschroef vast.
4. Wis de olie-achterstanden/verontreinigingen weg.
Oliepeilcontrole
Verwijder de deksel van de olieinvul-
schroef (3).
Benzine
Bij de omgang met benzine en olie is extra
waakzaamheid geboden. Rook en open vuur
is niet toegestaan (explosiegevaar).
schone, verse, loodvrije benzine met een
minimumoctaangetal van 85
Vul de tank niet met loodhoudende benzine, diesel of
andere niet-toegestane brandstoffen.
Gebruik geen benzine met een octaangetal lager dan 85
ROZ. Dit kan door verhoogde motortemperaturen tot
ernstige beschadiging van de motor leiden.
Wanneer u constant met een hoog toerental werkt, moet u
benzine met een hoger octaangetal gebruiken.
Om milieutechnische redenen wordt het gebruik van
loodvrije benzine aanbevolen.
Benzine opslaan
Brandstoffen zijn maar beperkt houdbaar, ze verouderen.
Te lang opgeslagen brandstoffen en brandstofmengsels
kunnen tot startproblemen leiden. Sla daarom slechts de
hoeveelheid brandstof op die u in een maand verbruikt.
Sla brandstoffen alleen op in hiervoor toegestane en
gemarkeerde reservoirs. Bewaar brandstofreservoirs droog
en veilig.
De brandstofreservoirs moeten buiten het bereik van
kinderen bewaard worden.
Tanken van de tuinhakselaar
• Motor uitschakelen en laten afkoelen!
• Veiligheidshandschoenen dragen!
• Contact met de huid en ogen vermijden!
• In ieder geval op "Veilige omgang met
brandstof" opvolgen.
1. Tank de machine alleen in de open lucht of in voldoende
geventileerde ruimtes.
2. Maak de omgeving van de dop schoon. Verontreinigingen
in de tank veroorzaken bedrijfsstoringen.
3. Maak de tankdop (28) voorzichtig open, zodat eventueel
aanwezige overdruk kan zakken.
4. Vul de benzine voorzichtig tot ca. 4 cm onder de rand van
het invulstuk in, opdat de benzine ruimte heeft om zich uit
te breiden.
5. Reinig de benzine-invulfilter (29) bij verontreinigingen.
6. Sluit de tankdop weer.
Controleer of de tankdop goed dicht zit.
7. Maak de tankdop en de omgeving schoon.
8. Controleer de tank en brandstofleidingen op lekkages.
9.
Ga vóór het starten van de motor minimaal drie meter
bij de tankplaats vandaan staan.
I
n
g
e
b
I
n
g
e
Overtuigt u zich er van, dat het apparaat compleet en
volgens voorschrift is gemonteerd.
Plaats de hakselmachine vóór het gebruik op een
horizontale en stevige ondergrond (kiepgevaar).
Plaats het apparaat niet op een geplaveide of
steengruisondergrond.
Gebruik het toestel alleen in open lucht. Houd afstand
(minimum 2 m) van een muur of een ander onbuigzaam
voorwerp.
Controleer voor ieder gebruik:
de machine op eventuele beschadigingen
−
of alle schroeven goed zijn vastgedraaid
−
Vóór het starten van de motor
1. Controleer oliepeil en brandstof (eventueel bijvullen).
2. Plaats de chokehendel (25) op positie
3. Plaats de gasregelaar (24) op positie
4. Plaats de brandstofkraan (2) op positie
5. Plaats de motorschakelaar (30) op positie
r
u
i
k
n
a
m
e
b
r
u
i
k
n
a
m
e
.
.
ON .
.
75