■ Rijden
1. Dit product is ontworpen als werkvoertuig op onverhard terrein. Het
mag niet op openbare wegen worden bestuurd. U kunt een boete
krijgen als u met de machine op de openbare weg rijdt. Laat de maai-
mes niet draaien als u niet aan het maaien bent.
2. Op deze machine kan slechts één persoon zitten. Als er naast de
bestuurder iemand meerijdt op de machine, kan hij of zij vallen als de
machine plotseling gaat rijden, omdat het zwaartepunt van de machi-
ne zich verplaatst. De bestuurder mag nooit iemand anders meene-
men op de machine.
3. Als u op hellingen snelle bochten neemt, kan de machine kantelen of
kunnen er andere gevaarlijke situaties ontstaan. Vooral op hobbelig
terrein kan de verplaatsing van het zwaartepunt ervoor zorgen dat de
machine omslaat of dat er andere gevaarlijke situaties ontstaan. Rijd
daarom altijd met lage snelheid op hellingen.
4. Rem wanneer u op een helling rijdt op de motor en rijd langzaam. Let
op: de rem van deze machine is bedoeld als parkeerrem. Schakel de
rem niet in onder het rijden; dan raakt niet alleen de rem beschadigd,
maar kan de machine gaan slippen of wordt het remeffect beperkt,
waardoor er gevaarlijke situaties kunnen ontstaan. Gebruik de rem
alleen in noodgevallen en pas de snelheid met de HST-hendel aan.
1. TIPS VOOR HET GEBRUIK
9
Rijd met
lage snelheid.