Aanwijzingen Voor Werkzaamheden - Bosch Professional GMF 1600 CE Notice Originale

– Duw op de ontgrendelingshendel voor de invalfunctie (7)
en beweeg de bovenfrees naar de bovenste positie.
De ingestelde freesdiepte wordt alleen bereikt, wanneer bij
het invallen de diepteaanslag (11) tegen de
revolveraanslag (12) slaat.
Bij grotere freesdiepten dient u meerdere bewerkingsstap-
pen met telkens een geringe spaanafname uit te voeren. Met
behulp van de revolveraanslag (12) kunt u de freesbewer-
king in meerdere standen verdelen. Stel daarvoor de ge-
wenste freesdiepte met de laagste stand van de revolveraan-
slag in en kies voor de eerste bewerkingsstappen eerst de
hogere standen. De afstand van de standen bedraagt telkens
ca. 3,2 mm.
Na het proeffrezen kunt u door de draaiknop (5) te draaien
de freesdiepte exact op de gewenste maat instellen; draai
rechtsom voor vergroting van de freesdiepte, draai linksom
voor vermindering van de freesdiepte. De verdeelschaal (6)
dient daarbij ter oriëntatie. Een omwenteling komt overeen
met een verstelafstand van 1,5 mm, een van de deelstrepen
op de bovenste rand van de verdeelschaal (6) komt overeen
met een verandering van de verstelafstand met 0,1 mm. De
maximale verstelafstand bedraagt ±16 mm.
Voorbeeld: De gewenste freesdiepte moet 10,0 mm zijn, bij
het proeffrezen kwam een freesdiepte van 9,6 mm naar vo-
ren.
– Duw op de ontgrendelingshendel voor de invalfunctie (7)
en beweeg de bovenfrees naar de bovenste positie.
– Draai de draaiknop (5) 0,4 mm/4 deelstrepen (verschil
uit gewenste en werkelijke waarde) rechtsom.
– Controleer de gekozen freesdiepte door nogmaals proef-
frezen.
Zorg er bij de fijninstelling van de freesdiepte voor dat de op
de zijkant van de invaleenheid aangebrachte
indexmarkering (8) naar de middelste van de ingestanste lij-
nen wijst. Zo is gewaarborgd dat er voldoende verstelaf-
stand voor de bijstelling van de invaldiepte in beide richtin-
gen aanwezig is.
Als de invaleenheid (2) naar de maximale invaldiepte om-
laaggelopen is, kan ook via de fijninstelling geen grotere in-
valdiepte worden bereikt omdat de maximale verstelafstand
werd gebruikt.
Een fijninstelling is eveneens niet mogelijk, wanneer de
diepteaanslag (11) tegen de revolveraanslag (12) slaat.
Freesdiepte op kopieereenheid instellen
(zie afbeelding H)
Ga als volgt te werk om de freesdiepte in te stellen:
– Open de spanhendel voor de kopieereenheid (22).
– U kunt de freesdiepte grof voorinstellen in 3 standen.
Duw hiervoor op de spanhendel (25) en schuif de
freesmotor (1) in de kopieereenheid (3) omhoog of om-
laag tot deze bij niet meer ingeduwde spanhendel (25) in
een van de 3 uitsparingen (26) wordt vergrendeld. De uit-
sparingen hebben een afstand van telkens 12,7 mm
(0,5").
– Voor de fijninstelling van de freesdiepte dient de draai-
knop van de fijninstelling freesdiepte (24); draai deze
Bosch Power Tools
rechtsom voor vergroting van de freesdiepte, draai deze
linksom voor vermindering van de freesdiepte. De verstel-
afstand is op de verdeelschaal van de draaiknop (24) in
inch en millimeter aangegeven. Het maximale instelbereik
bedraagt 41 mm. De verdeelschaal freesdiepte (34)
dient voor aanvullende oriëntatie.
Voorbeeld: de gewenste freesdiepte moet 10,0 mm zijn, bij
het proeffrezen kwam een freesdiepte van 9,5 mm naar vo-
ren.
– Zet de verdeelschaal op de draaiknop (24) op 0 zonder
daarbij de draaiknop (24) zelf te verstellen. Draai vervol-
gens de draaiknop (24) rechtsom op de waarde 0,5.
– Controleer de gekozen freesdiepte door nogmaals proef-
frezen.

Aanwijzingen voor werkzaamheden

Bescherm frezen tegen schokken en stoten.
u
Freesrichting en freesbewerking (zie afbeelding I)
De freesbewerking moet altijd tegen de omlooprich-
u
ting van de frees (18) gebeuren (tegenloop). Bij het
frezen met de omlooprichting (gelijkloop) kan het elektri-
sche gereedschap uit de hand gerukt worden.
Frezen met de invaleenheid
Stel de gewenste freesdiepte in.
Zet het elektrische gereedschap met gemonteerd freesge-
reedschap op het te bewerken werkstuk en schakel het elek-
trische gereedschap in.
Duw de ontgrendelingshendel voor de invalfunctie (7) om-
laag en beweeg de bovenfrees langzaam omlaag tot de inge-
stelde freesdiepte is bereikt. Laat de
ontgrendelingshendel (7) weer los om deze invaldiepte vast
te zetten.
Voer de freesbewerking met een gelijkmatige voorwaartse
beweging uit.
Beweeg na beëindiging van de freesbewerking de boven-
frees naar de bovenste positie terug.
Schakel na het frezen het elektrische gereedschap uit.
Frezen met de kopieereenheid
Aanwijzing: Houd er rekening mee dat de frees (18) bij
freeswerkzaamheden met de kopieereenheid (3) altijd bui-
ten de voetplaat (13) uitsteekt. Beschadig de sjabloon of het
werkstuk niet.
Stel de gewenste freesdiepte in.
Schakel het elektrische gereedschap in en leid het naar de
plek die moet worden bewerkt.
Voer de freesbewerking met een gelijkmatige voorwaartse
beweging uit.
Schakel het elektrische gereedschap uit.
Leg het elektrische gereedschap pas neer, nadat de
u
frees helemaal tot stilstand is gekomen. Uitlopende in-
zetgereedschappen kunnen verwondingen veroorzaken.
Frezen met hulpgeleider (zie afbeelding J)
Voor de bewerking van grote werkstukken, bijvoorbeeld bij
het frezen van groeven, kunt u een plank of een lat als hulp-
geleider op het werkstuk bevestigen en de multifunctionele
Nederlands | 67
1 609 92A 57S | (16.04.2021)