Gebruik
Werking
De gereedschapopname (1) met het inzetgereedschap
wordt door een elektromotor via een transmissie en slagme-
chanisme aangedreven.
Het proces is in twee fasen verdeeld:
schroeven en vastdraaien (slagmechanisme in actie).
Het slagmechanisme wordt actief zodra de schroefverbin-
ding vast komt te zitten en de motor daardoor wordt belast.
Het slagmechanisme zet daarmee de kracht van de motor
om in gelijkmatige draaislagen. Bij het losdraaien van bouten
of moeren verloopt dit proces omgekeerd.
Automatische uitschakeling ABR (ABR = Auto Bolt
Release) (zie afbeelding C)
De ABR-functie schakelt het elektrische gereedschap auto-
matisch uit, wanneer de schroefmoer losgedraaid is. De au-
tomatische uitschakeling voorkomt dat de schroefmoer er bij
het losdraaien afvalt. U kunt ABR met behulp van de toets
„Automatische uitschakeling (ABR)" (5) activeren en deacti-
veren. Wanneer ABR geactiveerd is, brandt de LED voor „Au-
tomatische uitschakeling (ABR)" (7). Bij een accuwissel blijft
de vorige instelling behouden.
Ingebruikname
Accu plaatsen
Zet de draairichtingschakelaar (8) in het midden om het
elektrische gereedschap te beschermen tegen per ongeluk
inschakelen.
Schuif de opgeladen accu (3) in de voet van het elektrische
gereedschap tot de accu veilig vergrendelt is.
Draairichting instellen (zie afbeelding B)
Met de draairichtingschakelaar (8) kunt u de draairichting
van het elektrische gereedschap veranderen. Bij ingedrukte
aan/uit-schakelaar (9) is dit echter niet mogelijk.
Rechtsdraaien: voor het indraaien van schroeven en vast-
draaien van moeren drukt u de draairichtingschakelaar (8)
naar links tot aan de aanslag door.
Linksdraaien: voor het losdraaien of uitdraaien van schroe-
ven en moeren drukt u de draairichtingschakelaar (8) naar
rechts tot aan de aanslag door.
In- en uitschakelen
Druk voor ingebruikname van het elektrische gereedschap
op de aan/uit-schakelaar (9) en houd deze ingedrukt.
De lamp (6) brandt bij iets of helemaal ingedrukte aan/uit-
schakelaar (9) en hiermee kan het werkbereik bij ongunstige
lichtomstandigheden verlicht worden.
Om het elektrische gereedschap uit te schakelen, laat u de
aan/uit-schakelaar (9) los.
Richtwaarden voor maximale schroefaandraaimomenten
Gegevens in Nm, berekend uit de spanningsdoorsnede; benutting van de strekgrens 90% (bij wrijvingsgetal μ
controle moet het aandraaimoment altijd met een momentsleutel gecontroleerd worden.
Bosch Power Tools
Toerental instellen
U kunt het toerental van het ingeschakelde elektrische ge-
reedschap traploos regelen naarmate u de aan/uit-schake-
laar (9) indrukt.
Lichte druk op de aan/uit-schakelaar (9) heeft een laag toe-
rental tot gevolg. Met toenemende druk wordt het toerental
hoger.
Aanwijzingen voor werkzaamheden
Plaats het elektrische gereedschap alleen uitgescha-
u
keld op de moer/schroef. Draaiende inzetgereedschap-
pen kunnen wegglijden.
Het draaimoment is afhankelijk van de slagduur. Het maxi-
maal bereikte draaimoment resulteert uit de som van alle
door slagen veroorzaakte afzonderlijke draaimomenten. Het
maximale draaimoment wordt na een slagduur van 6–10 se-
conden bereikt. Na deze tijd wordt het aandraaimoment nog
slechts minimaal verhoogd.
De slagduur moet voor elk benodigd aandraaimoment be-
paald worden. Het feitelijk bereikte aandraaimoment moet
altijd met een momentsleutel gecontroleerd worden.
Schroefverbindingen met harde, verende of zachte be-
vestiging
Als bij wijze van proef de in een reeks van slagen bereikte
draaimomenten gemeten en naar een diagram overgebracht
worden, dan verkrijgt men de curve van een draaimoment-
verloop. De hoogte van de curve komt overeen met het maxi-
maal te bereiken draaimoment. De steilheid geeft aan in wel-
ke tijd dit bereikt wordt.
Het draaimomentverloop hangt van de volgende factoren af:
– sterkte van de schroeven en moeren
– soort ondergrond (ring, schotelveer, afdichting)
– sterkte van het te schroeven materiaal
– smeeromstandigheden van de schroefverbinding
Daaruit resulteren de volgende toepassingsgevallen:
– Harde bevestiging, hiervan is sprake bij schroefverbin-
dingen van metaal op metaal bij gebruik van onderlegrin-
gen. Na een relatief korte slagtijd is het maximale draai-
moment bereikt (steil verloop van de karakteristiek). Een
onnodig lange slagtijd schaadt de machine slechts.
– Verende bevestiging, hiervan is sprake bij schroefver-
bindingen van metaal op metaal, echter bij gebruik van
veerringen, schotelveren, steunbouten of schroeven/
moeren met conische bevestiging evenals bij het gebruik
van verlengstukken.
– Zachte bevestiging, hiervan is sprake bij schroefverbin-
dingen van bijv. metaal op hout of bij gebruik van lood- of
fiberringen als ondergrond.
Bij verende of zachte bevestiging is het maximale aandraai-
moment geringer dan bij harde bevestiging. Bovendien is
een duidelijk langere slagtijd nodig.
Nederlands | 45
= 0,12). Ter
totaal
1 609 92A 4VZ | (13.10.2020)