Overschrijd het totaalgewicht van het te slepen voertuig van
2500 kg niet!
Het slepen van voertuigen met defecte remmen is verboden!
De sleepstang mag uitsluitend worden bevestigd
aan de sleepogen die hiervoor op de voertuigen
zijn aangebracht. Raadpleeg daarvoor de ge-
bruiksaanwijzing van beide voertuigen!
Sleepogen en sleepstangen mogen uitsluitend in technisch
perfecte staat worden gebruikt!
De verbinding tussen het sleepoog en de sleephaak van de
sleepstang moet zo min mogelijk speling hebben.
Zorg ervoor dat er zo min mogelijk speling is tussen het oog en
de trekinrichting.
Bij het slepen van auto's met automatische
transmissie moet de gebruiksaanwijzing van
de fabrikant over het slepen hiervan worden
geraadpleegd!
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw auto of
informeer bij een garage of de sleepogen geschikt
zijn voor het gebruik van een sleepstang.
Rijd behoedzaam en voorzichtig tijdens het accelereren,
remmen en het nemen van bochten.
Slepen is alleen toegestaan bij lage snelheid. De rijstijl moet
altijd worden aangepast aan de bestaande verkeerssituatie.
Om veiligheidsredenen mag niet boven de 50 km/h worden
gereden, zelfs niet bij gunstige verkeerssituaties.
Het optrekken en remmen moet met de nodige voorzichtigheid
gebeuren. De sleepstang en de sleepogen kunnen de krachten
die optreden bij hard remmen niet veilig absorberen.
Tijdens het slepen moeten de regels van de wegenverkeers-
wet in acht worden genomen. Houd u altijd aan de bestaande
verkeersregels voor slepen in het land waarin u zich bevindt.
Raadpleeg bij twijfel het dichtstbijzijnde politiebureau!
De sleepstang mag niet worden gedemonteerd. Iedere poging
tot verandering of reparatie van dit apparaat leidt ertoe dat de
garantie vervalt.
De onderdelen van de voertuigen waaraan de sleepstang
tijdens het slepen is bevestigd, moeten voldoende stevig zijn
geconstrueerd.
12
5. GEBRUIKSAANWIJZING
Voorbereiding
Voordat u begint met het monteren of bevestigen
van de sleepstang, moeten andere weggebruikers
eerst worden gewaarschuwd voor het defecte
voertuig! Neem de veiligheidsinstructies aan het
begin van de gebruiksaanwijzing in acht.
De voertuigen koppelen
Eerst moeten het trekkende voertuig en het te sle-
pen voertuig op een afstand van circa één meter
achter elkaar worden opgesteld. Beveilig beide
voertuigen tegen wegrollen. Anders bestaat het
risico dat u beklemd raakt tussen de voertuigen.
Om ervoor te zorgen dat de sleepstang later bij
het accelereren en remmen voornamelijk in de
lengterichting wordt belast, moeten de voertui-
gen zodanig opgesteld staan en later ook zodanig
worden gereden dat de sleepogen tegenover el-
kaar staan en de sleepstang recht en niet schuin
tussen de voertuigen ligt; eventueel moet iets
uit het lood worden gereden. Om de sleepstang
te kunnen bevestigen, moeten de sleepogen
van de voertuigen indien nodig eerst worden
geprepareerd. Volg hiervoor de instructies van
de betreffende fabrikant. Klap de sleepstang
nog niet uit! Open nu de koppelhaak (1) van de
sleepstang. Schuif hiervoor de rode buismof aan
het stanguiteinde van de betreffende haak te-
rug tegen de veer. Hang nu de geopende haak
van bovenaf, nooit van onderaf, in het sleepoog
en schuif de rode buismof (2) weer naar voren.
Zorg ervoor dat de haak (1) echt volledig sluit. Met
de tweede haak voor het andere voertuig gaat u op
dezelfde manier te werk als bij de eerste haak. De
sleepstang wordt automatisch uitgeklapt wanneer
het trekkende voertuig optrekt en de scharnieren
worden dan ook automatisch vergrendeld. Stop
direct na het optrekken en controleer of de schar-
nieren (3) en (4) volledig vergrendeld zijn. De rode,
verende schuifstukken (5) en (6) moeten helemaal
tot aan de aanslag overgeschoven zijn. Volg bij
het slepen strikt de veiligheidsinstructies aan het
begin van deze gebruiksaanwijzing op.