DE HOOGTE VAN DE ZIJBORSTELS CONTROLEREN EN AFSTELLEN
OPMERKING
Er zijn verschillende soorten borstels leverbaar. Deze
procedure is van toepassing op alle soorten borstels.
1.
Controleer of de zijborstels de juiste hoogte van de vloer
hebben. Ga als volgt te werk:
•
Zet de machine op een vlakke ondergrond.
•
Zet de machine stil, laat de zijborstels zakken en laat
deze enkele seconden draaien.
•
Zet de zijborstels stil en breng deze omhoog voordat u
de machine verplaatst.
•
Controleer of de indruk van de zijborstels, zowel in
de breedte als in de richting, is zoals afgebeeld in de
afbeelding (A en B, Afb. 9).
Alleen wanneer de indruk afwijkt, moet u de hoogte van de
zijborstels afstellen, zoals hieronder wordt beschreven.
2.
Schakel de parkeerrem in.
3.
Draai de contactsleutel (61) naar stand '0'.
4.
Verwijder de klep rechts (12) of links (13) door de steunen
te draaien.
OPMERKING
De steunen van de klep rechts moeten met
gereedschap worden gedraaid.
5.
Draai voor de zijborstel rechts de bevestigingsring (C, Afb.
10) los en stel de regelaar (D) af totdat de juiste indruk
(A, Afb. 9) wordt bereikt. Zet de regelaar vast met de
bevestigingsring (C, Afb. 10).
Draai voor de zijborstel links de bevestigingsring (E) los.
Stel de regelaar (F) af totdat de juiste indruk (B, Afb. 9)
wordt bereikt. Zet de regelaar vast met de bevestigingsring
(E, Afb. 10).
6.
Voer punt 1 opnieuw uit om te controleren of de zijborstels
nu de juiste hoogte van de grond hebben.
7.
Als de borstel door overmatige slijtage niet meer kan
worden afgesteld, moet de borstel zoals in het volgende
deel worden vervangen.
OPMERKING
U kunt eventueel ook de hellingshoek van de
zijborstels afstellen (zie de procedure in de
werkplaatshandleiding).
03/2013
GEBRUIKSAANWIJZING
B
1464815000 - SW4000, FLOORTEC R 870
Afbeelding 9
C
D
E
F
Afbeelding 10
NEDERLANDS
A
P100597
P100598
25