OPMERKING
De zakopening moet glad op de sealdraad 4 liggen. Anders werkt het
►
sealen niet correct.
4) Sluit het deksel van het apparaat 1. De persafdichting 0 perst de zak op
de sealdraad 4, zodat er een gladde naad ontstaat. Let erop dat beide
hoeken van het apparaatdeksel 1 vastklikken. Druk ze zo nodig nog een
keer op de markeringen
vastklikt en vergrendeld is.
5) Druk op de toets
Zodra het sealen is voltooid, dooft het rode indicatielampje q.
OPMERKING
►
U kunt het sealen op elk gewenst moment afbreken door op de toets
te drukken. Het rode indicatielampje q dooft.
LET OP - MATERIËLE SCHADE
Wanneer het rode indicatielampje q na hooguit 10 seconden
niet uitgaat, is het apparaat defect!
►
Haal onmiddellijk de stekker uit het stopcontact. Probeer niet het apparaat
zelf te repareren. Neem contact op met de klantenservice.
6) Open het apparaatdeksel 1 en haal de zak uit het apparaat. Deze is nu
aan één uiteinde geseald.
OPMERKING
►
Controleer of de sealnaad correct is. Een correcte sealnaad moet een
gladde, rechte strip zonder vouwen zijn.
7) Vul de zak. Aan de te sealen kant moet minstens 6 cm van de zak worden
vrijgelaten.
LET OP - MATERIËLE SCHADE
►
Vul de zak zo, dat er tijdens het sealen in geen geval levensmiddelen of
vloeistoff en uit de zak kunnen lopen en in het apparaat kunnen komen.
8) Wanneer u de zak niet wilt vacuüm trekken, sealt u nu de andere, open kant.
SFS 110 A1
omlaag, zodat het apparaatdeksel 1
en
w. Het rode indicatielampje q gaat branden.
NL
e
BE
73