Let steeds op een goede stand bij
hellingen en vermijd om met het apparaat
te werken op zeer sterke hellingen.
Om veiligheidsredenen mag de machine
niet op hellingen steiler dan 25° (46,6 %)
worden gebruikt. Kans op letsel!
Een stijging van de helling van 25°
betekent een verticale stijging van 46,6 cm
bij een horizontale lengte van 100 cm.
Werken:
Opgelet – kans op letsel!
Houd handen of voeten nooit
tegen of onder draaiende
onderdelen. Raak nooit
draaiende messen/veertanden aan. Blijf
altijd uit de buurt van de uitwerpopening.
Neem steeds de door de duwstang
bepaalde veiligheidsafstand in acht.
Probeer niet om de
verticuteereenheid/ventilatorwals te
inspecteren zolang het apparaat werkt.
Open nooit de uitwerpklep en/of neem
nooit de opvangbox weg zolang de
messen/veertanden draaien. Draaiende
messen/veertanden kunnen letsel
veroorzaken.
Leun niet over het apparaat en zorg altijd
voor een goed evenwicht en een stabiele
houding.
0478 670 9908 B - NL
Werk altijd stapvoets en ga bij het werken
met het apparaat vooral niet rennen. Door
snel te lopen met het apparaat is er meer
kans op letsel door struikelen, uitglijden
enz.
Let op dat de messen/veertanden zich bij
het verticuteren/wiedeggen van het gazon
in de diepe stand steviger in de bodem
vastbijten. Dit geldt ook wanneer u over
een verhoging rijdt. Als de
messen/veertanden te laag staan
ingesteld, kan de verticuteermachine
eventueel ongewild versnellen, waardoor
u de controle over het apparaat kunt
verliezen.
Wees bijzonder voorzichtig als u het
apparaat omdraait of naar u toe trekt.
Struikelgevaar!
Een apparaat met draaiende elektromotor
of aangesloten voedingskabel mag nooit
worden opgetild of gedragen.
U moet om in het gras verborgen
voorwerpen heenrijden
(beregeningsinstallaties, palen,
waterkranen, fundamenten, stroomkabels,
begrenzingsdraden van robotmaaiers
enz.). Rijd nooit over dergelijke
voorwerpen heen.
Gebruik het apparaat uiterst behoedzaam
wanneer u in de buurt van hellingen,
terreinkanten, sloten en dijken werkt. Houd
met name voldoende afstand tot dergelijke
gevarenzones.
Houd rekening met de uitloop
van de messen. Het duurt
enkele seconden voordat deze
helemaal tot stilstand zijn
gekomen.
Schakel de elektromotor uit,
– voordat u de werkdiepte instelt,
– voordat u de uitwerpklep opent of de
opvangbox wegneemt.
Schakel de elektromotor uit, trek
de stekker eruit en controleer of
de messen/veertanden geheel
stilstaan,
– voordat u het apparaat over een niet
met gras begroeide ondergrond gaat
duwen,
– voordat u het apparaat optilt of draagt,
– voordat u het apparaat transporteert.
Schakel de elektromotor uit, trek
de stekker eruit en controleer of
de messen/veertanden geheel
stilstaan,
– voordat u het apparaat achterlaat of als
het apparaat niet onder toezicht is,
– voordat u een geblokkeerde
verticuteereenheid/ventilatorwals
leegmaakt of verstoppingen in het
uitwerpkanaal verwijdert,
– voordat u het apparaat controleert,
reinigt of werkzaamheden eraan
uitvoert (zoals de duwstang
omklappen),
– als het tegen een extern obstakel is
gebotst. Zoek naar beschadigingen aan
het apparaat en voer de vereiste
reparaties uit voordat u opnieuw start
en met het apparaat werkt.
– als het apparaat abnormaal trilt. In deze
gevallen moet het onmiddellijk worden
gecontroleerd.
71