GEBRUIKSAANWIJZING
• Draai de pen met schroefdraad 7 M17x1 (met sleutel) met de
klok mee tot hij vastzit en draai vervolgens de ringmoer aan.
Deze procedure is noodzakelijk om te garanderen dat de
ringmoer en de pen elkaar steunen en er geen speling is om
een gelijkmatige grip op beide schroefdraden van de injector te
garanderen tijdens het verwijderen ervan.
OPTIES OM DE STRUCTUUR OP DE KOP TE
BEVESTIGEN:
• Optie 1:
Steun met 4 poten, met onderste groep + dwarsbalk.
Deze optie wordt gebruikt wanneer er geen centrale schroe-
ven op de kop zijn in lijn met de injectors.
De steun van de structuur op de kop vindt bijvoorbeeld plaats
op de schroeven, die de kappen van de DOHC's vastzetten
(zie fig. 18 - 19).
• Optie 2:
Steun met 3 poten, met dwarsbalk.
Deze optie moet worden gebruikt wanneer de bevestigings-
schroeven van de kop in lijn zijn met de injectors.
Gebruik indien mogelijk deze optie aangezien de structuur
steviger is en sneller kan worden geplaatst.
MONTAGE BIJ OPTIE 1:
ONDERSTE STEUNGROEP
• Monteer de 2 steunpoten
onderste steungroep
ONDERSTE STEUN MET 4 POTEN EN DWARSBALK•
• Monteer de onderste steungroep
L
op de dwarsbalk
(fig. 9).
• Kies de steunpoten op grond van het type motor (de steun
wordt verricht door de bevestigingspoten op de schroeven te
plaatsen, die zich op de kop bevinden).
• Plaats de reeds gemonteerde dwarsbalk met de schuifgroe
pen ter hoogte van de schroeven op de kop (fig. 10).
• Bij grote verschillen in hoogte kan de verlenggroep van de
H
steunpoot
of het verlengstuk voor de verstelbare poot
worden gebruikt (fig. 11).
30
D
(met verstelbare hoogte) aan de
I
(fig. 8)
I
met de schuifgroepen
7
8
9
10
A
11
J
NL