3. Koelpijp en afvoerpijp
A
45°±2°
Fig. 3-2
B Maten van de koelstofleidingen en aandraaimoment van de optrompmoeren
Vloeistofpijp
Afmeting leiding
(mm)
ODø6,35
P20/25/32/40
P50
ODø9,52
P63/80
ODø9,52
ODø9,52
P100/125
* Gebruik de meegeleverde optrompmoer voor de volgende leidingen: Vloeistofleiding (P50, P100 en P125) en gasleiding (P50).
E
F
D
D
G
1
Max. 20m
0,75–1,5m
N
A
B
2
K
B
E
D
D
F
F
H
I
B
C
B
R407C of R22
Gaspijp
Aanhaal-
Aanhaal-
Afmeting leiding
moment
moment
(mm)
(N·m)
(N·m)
14 - 18
ODø12,7
49 - 61
34 - 42*
ODø15,88
68 - 82*
34 - 42
ODø15,88
68 - 82
34 - 42
ODø19,05
100 - 120*
C
C
I
H
A·B
Fig. 3-3
C
Max. 15cm
O
J
F
L
M
D
F
G
Fig. 3-4
3.2. Aansluiten van de pijpen (Fig. 3-2)
• Als u koperen pijpen gebruikt, moet u de vloeistof- en gaspijpen met isolatiemateriaal
bekleden (hittebestendig tot 100 °C, dikte van 12 mm of meer).
• De delen van de afvoerpijp die binnenshuis lopen, moeten worden bekleed met
isolatiemateriaal van polyethyleenschuim (relatieve dichtheid 0,03, dikte 9 mm of
meer).
• Doe een dun laagje koelmachineolie op de leiding en het aansluitingsoppervlak
voordat u de "flare"-moer vastdraait.
• Draai met gebruik van twee pijptangen de aansluitende leidingen vast.
• Isoleer met meegeleverd isolatiemateriaal voor koelpijpen de aansluitingen aan de
binnenzijde van het apparaat. Voer de isolatie zorgvuldig uit.
A Afsnijmaten tromp
Buitendiameter koperen pijp
(mm)
ø6,35
ø9,52
ø12,7
ø15,88
ø19,05
R410A
Vloeistofpijp
Aanhaal-
Afmeting leiding
Afmeting leiding
moment
(mm)
(N·m)
ODø6,35
14 - 18
ODø12,7
ODø6,35
34 - 42
ODø12,7
ODø9,52
34 - 42
ODø15,88
ODø9,52
34 - 42
ODø15,88
C Breng koelolie aan op de aansluitingsoppervlakken.
Montageprocedure (Fig. 3-3)
1. Haal de "flare"-moeren en -doppen uit het binnenapparaat.
2. Snij de vloeistof- en gasleidingen met de "flare"-methode af en doe dan koel-
machineolie (dit moet u zelf kopen) over het afgesneden aansluitingsoppervlak.
3. Zet de koelleiding er nu snel op.
∗ Vergeet niet om de "flare"-moeren aan te draaien met een dubbele steeksleutel.
4. Schuif de bijgeleverde pijpbekleding 3 over de gasleiding heen totdat het hele-
maal tegen de metalen plaat aan de binnenkant van het apparaat gedrukt is.
5. Schuif de bijgeleverde pijpbekleding 3 over de vloeistofleiding heen totdat het
helemaal tegen de metalen plaat aan de binnenkant van het apparaat gedrukt is.
6. Maak de pijpbekleding 3 aan beide uiteinden (15 - 20 mm) vast met de bijgeleverde
banden 4.
A Gasleiding
B Vloeistofleiding
C Band 4
D Pijpbekleding 3
3.3. Installatie van Draineerbuizen (Fig. 3-4)
• Gebruik PVC BUIS met een buitendiameter van ø26 mm voor draineerbuizen en
zorg voor een naar beneden lopend verval van tenminste 1/100.
• Gebruik om de buizen aan elkaar vast te zetten alleen een polyvinyl chloride (PVC) lijm.
• Zie de afbeelding voor het leidingenwerk.
• Gebruik de meegeleverde draineerslang om de aftakkingsrichting van de buis te
veranderen.
1 Juist aangelegde leidingen
2 Onjuist aangelegde leidingen
A Isolatie (tenminste 9 mm)
B Naar beneden lopend verval (1/100 of
meer)
C Ophangbeugel
Gegroepeerd leidingwerk (grouped piping)
D VP-20 (PVC BUIS met een buitendiameter
van ø26)
E Maak de bocht zo groot mogelijk
F Binnenapparaat
G Gebruik dikkere leidingen voor gegroe-
peerd leidingwerk.
Afmetingen tromp
øA (mm)
8,7 - 9,1
12,8 - 13,2
16,2 - 16,6
19,3 - 19,7
22,9 - 23,3
Buitendiameter
Gaspijp
flensmoer
Aanhaal-
Vloeistofpijp
moment
(mm)
(mm)
(N·m)
49 - 61
17
68 - 82
22
68 - 82
22
100 - 120
22
E Draai de zoom naar boven.
F Druk de pijpbekleding tegen de metalen plaat aan.
G Warmte-isolerend materiaal voor koelleiding
H Lichtjes buigen
I Snij het overtollige materiaal weg.
K Ontluchter
L Verhoogd
M Stankafsluiter
N Maak deze zo klein mogelijk
O Maak deze zo groot mogelijk (circa 10 cm)
H Naar beneden lopend verval (1/100 of meer)
I PVC BUIS met een buitendiameter van ø38
voor gegroepeerd leidingwerk. (met tenmin-
ste 9 mm isolatie erop)
J Tot 50 cm
Gaspijp
(mm)
26
29
29
36
29