4 Functie
Het hulpmiddel bestaat uit een hydraulisch lichaam met afstelbare hydraulische ventielen.
De ventielen kunnen onafhankelijk van elkaar worden afgesteld voor het verhogen of
verminderen van de hydraulische weerstand van plantair- en dorsiflexie.
Het hydraulische lichaam bevat ook een pneumatische kamer en zuiger die, via
eenrichtingsventielen en een filter, een vacuüm creëert dat via een slang naar een prothesekoker
kan worden doorgegeven. Voor een maximaal vacuümeffect moet het terugslagventiel dicht bij
de enkel zijn geplaatst. Het aantal stappen dat nodig is om een verhoogd vacuüm te creëren,
verschilt en is afhankelijk van de vrije ruimte of lucht in het systeem. Voor het gebruik van
meerdere kokers kan een hoger aantal stappen nodig zijn om een verhoogd vacuüm te bereiken.
NB: indien er gebruik wordt gemaakt van een hoge hydraulische weerstand die de beweging van
de enkel beperkt, kan het vermogen een vacuüm te creëren beperkt zijn.
De eenheid met het hydraulische lichaam is via twee draaipennen aangesloten op een
dragereenheid. De hiel- en teenveren zijn met behulp van titanium en roestvrijstalen schroeven
op de dragereenheid bevestigd. De voet wordt in een UHM PE-sok gewikkeld, die vervolgens
weer door een voetomhulsel van PU wordt omgeven.
5 Onderhoud
Onderhoud moet worden uitgevoerd door competent personeel.
Aanbevolen wordt om jaarlijks het volgende onderhoud uit te voeren:
• Verwijder het voetomhulsel en de glijsok, controleer op beschadiging of slijtage en vervang
indien nodig.
• Controleren of alle schroeven stevig vast zitten en deze indien nodig reinigen en opnieuw
vastzetten.
• Controleer de hiel- en teenveren visueel op tekenen van delaminatie of slijtage en vervang
ze indien nodig. Na een tijd van gebruik kan het oppervlak enigszins beschadigd zijn; dit
heeft geen invloed op de functie of sterkte van de voet.
De drager dient het volgende te worden geadviseerd:
Elke verandering in de werking van dit hulpmiddel moet aan de behandelaar worden gemeld.
Veranderingen in de prestaties kunnen zijn:
• Verhoogde stijfheid in de enkel
• Verminderde ondersteuning knie (vrije beweging)
• Elk ongewoon geluid
• Onvoldoende vacuüm
De behandelaar moet ook op de hoogte worden gesteld van:
• Veranderingen in lichaamsgewicht en/of activiteitenniveau.
• Verkleuring van de restledemaat.
De gebruiker moet erop worden gewezen dat een regelmatige visuele controle van de voet
wordt aanbevolen; tekenen van slijtage die de werking kunnen beïnvloeden, moeten aan de
serviceprovider worden gemeld (zoals aanzienlijke slijtage of buitensporige verkleuring door
langdurige blootstelling aan UV-straling).
Reiniging:
Gebruik een vochtige doek en een mild reinigingsmiddel om de buitenoppervlakken te reinigen.
Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen.
114
938367SPK1/1-0121