Starten en stoppen
WAARSCHUWING! Voor het starten moet
!
u rekening houden met de volgende
punten:
De kettingrem moet geactiveerd zijn
wanneer de motorzaag wordt gestart, om
het risico van contact met de draaiende
ketting bij de start te verminderen.
Start de motorkettingzaag nooit zonder
dat zaagblad, ketting en alle kappen
gemonteerd zijn. Anders kan de
koppeling losraken en persoonlijk letsel
veroorzaken.
Plaats de machine steeds op een stabiele
ondergrond. Zorg ervoor dat u stevig
staat en dat de ketting niet in contact kan
komen met een voorwerp.
Hou onbevoegden uit het werkgebied.
Wikkel het startkoord nooit rond uw
hand.
Starten: De kettingrem moet geactiveerd zijn wanneer u
de motor start. Activeer de rem door de
terugslagbescherming naar voren te brengen.
Koude motor
Stopschakelaar, choke (A) Zet de chokehendel in de
chokestand door de chokehendel naar buiten te trekken.
Hierdoor wordt de stopschakelaar automatisch in de
startpositie gezet.
Brandstofpomp (B): Druk diverse malen (minstens 6
keer) op de rubberen balg van de brandstofpomp totdat er
brandstof in de balg komt. De balg hoeft niet helemaal
gevuld te worden.
B
Decompressieklep (C): Druk de klep in om de druk in de
cilinder te verminderen en om zo het starten van de
machine te vergemakkelijken. De decompressieklep
moet altijd gebruikt worden bij het starten. Wanneer de
115 13 82-20 Rev.1 2009-03-02
STARTEN EN STOPPEN
A
machine gestart is, gaat de klep automatisch terug naar
de beginpositie.
C
Trek aan de starthendel (D): Trek met uw rechterhand
aan de starthendel en trek het starterkoord langzaam
naar buiten tot u weerstand voelt (starthaken grijpen in)
en trek daarna hard en snel totdat de motor aanslaat.
Druk de chokehendel in zodra de motor ontsteekt, wat te
horen is aan de hand van een "plof"-geluid. Blijf stevig
aan het koord trekken totdat de motor start.
Warme motor
Ontsteking; choke (A): De juiste choke/startgasstand
voor een warme start wordt verkregen door de
chokehendel in de chokestand te zetten en hem
vervolgens weer in te drukken.
Startgas: De juiste choke/startgasstand wordt verkregen
door de hendel te bewegen zoals hierboven is beschreven.
Brandstofpomp (B): Druk diverse malen (minstens 6
keer) op de rubberen balg van de brandstofpomp totdat er
brandstof in de balg komt. De balg hoeft niet helemaal
gevuld te worden.
Decompressieklep (C): Druk de klep in om de druk in de
cilinder te verminderen en om zo het starten van de
machine te vergemakkelijken. De decompressieklep
moet altijd gebruikt worden bij het starten. Wanneer de
machine gestart is, gaat de klep automatisch terug naar
de beginpositie.
Trek aan de starthendel (D): Trek met uw rechterhand
aan de starthendel en trek het starterkoord langzaam
naar buiten tot u weerstand voelt (starthaken grijpen in)
en trek daarna hard en snel totdat de motor aanslaat.
D
–
Dutch
105