NL
Installatiehandleiding: Installatieruimte
3.
Waar plaats ik mijn boiler?
3.1. Voorzorgsmaatregelen
•
Kies een ruimte waar de temperatuur altijd tussen de 4 °C en 35 °C ligt.
•
De boiler moet zo dicht mogelijk in de buurt van de belangrijkste gebruikspunten liggen
(badkamer, keuken, enz.)
•
Wanneer de boiler buiten de woonruimten wordt geplaatst (kelder, garage),moeten de
leidingen en beveiligingsinrichting (beveiligingsgroep, drukregelaar) worden geïsoleerd.
•
Voorzie een verluchting in de ruimte om condensatie en corrosie van de verf van de
boiler te voorkomen.
•
Controleer of het ondersteunende element (muur of plafond) het gewicht van de boiler
gevuld met wateraankan (zie tabel p. 73).
•
Voorzie voor elke elektrische inrichting voldoende ruimte
van ten minste 40 cm voor het uitvoeren van periodiek onde-
rhoud aan het verwarmingselement.
•
Bij een installatie in een vals plafond, onder het dakwerk of
boven woonruimten, is het VERPLICHT om onder de boiler
een wateropvangbak te voorzien die is aangesloten op een afvoer (bijv. een douchebak).
3.2.
Specifi eke installatie in een badkamer
•
Installatie buiten volumes (NFC 15-100)
Indien de afmetingen van de badkamer het niet toelaten om de boiler buiten de volumes te
plaatsen:
0,60 m
Volume
2
Mogelijk in Volume 2
72
Volume
0,60 m
1
Volume
0
0,60 m
Volume
0,60 m
Volume
Volume
2
0,60 m
Volume
0,60 m
Volume
Volume
2
0,60 m
Mogelijk in Volume 1 als:
- de boiler horizontaal is en zo hoog mogelijk
geplaatst is
- de leidingen van geleidend materiaal zijn
- de boiler beschermd wordt door een residentiële
differentieelschakelaar
(30
waarts is geplaatst van de boiler
0,60 m
1
0
0,60 m
1
0
mA)
die
stroomop-