7.3. Afwatering bevestigen
u Controleer dat het aanvoermechanisme op een normale manier het wa-
ter afvoert en dat er geen water uit de verbindingsstukken lekt.
• Controleer bovenstaande als het apparaat de omgeving verwarmt.
• Controleer bovenstaande voordat plafonds in nieuwbouw worden gemon-
teerd.
1. Verwijder de klep van de watertoevoeropening die zich aan dezelfde kant
bevindt als de leidingen van het binnenapparaat.
2. Vul de waterpomp met een watertank met water. Controleer dat u het uit-
einde van de pomp of tank tijdens het vullen in een afvoerbak steekt. (Als
het uiteinde er niet goed is ingestoken, dan kan er water over de machine
stromen.)
3. Voer een test met het apparaat in koelmodus uit of schakel de SWE-schake-
laar op het elektrische circuit van de bedieningseenheid in. (De afvoerpomp
en de ventilator moeten zonder afstandsbediening worden bediend.) Gebruik
een transparante leiding zodat u kunt controleren of het water wordt afge-
voerd.
SWE
SWE
OFF
ON
OFF
ON
8. Luchtkokers
• Als u leidingen doorvoert, plaats dan een stuk canvas leiding op de plek
waar de leidingen het apparaat in gaan.
• Gebruik altijd onbrandbaar materiaal.
• Gebruik altijd ruim voldoende thermisch isolatiemateriaal om condensatie-
vorming op luchtinlaat-, luchtuitlaatflenzen en luchtuitlaatleidingen te voorko-
men.
Voorzichtig:
• Zorg dat de afstand tussen de gril van de inlaatopening en de ventilator
minimaal 850 mm is.
Als deze afstand minder dan 850 mm is, plaats dan een beschermkap
zodat de ventilator niet aangeraakt kan worden.
9. Elektrische bedrading
Voorzorgsmaatregelen bij elektrische bedrading
Waarschuwing:
Elektrisch werk moet door gekwalificeerde elektriciens gedaan worden in
overeenstemming met de van toepassing zijnde "Technische Normen voor
Elektrische Installatie" en de bijgeleverde installatie-instructies. Speciale
circuits moeten ook gebruikt worden. Als een voedingscircuit te weinig
capaciteit of een installatiedefect heeft, kan het een elektrische schok of
brand veroorzaken.
1. Zorg ervoor om een aardlekschakelaar in het voedingscircuit te installeren.
2. Monteer het apparaat zodanig dat geen van de regelcircuitkabels (afstands-
bediening, transmissiekabels) in direct contact met de voedingskabel buiten
het apparaat kan komen.
3. Zorg ervoor dat er op geen enkele kabelaansluiting speling zit.
4. Sommige kabels (voedings-, afstandsbedienings- en transmissiekabels)
boven het plafond kunnen door muizen doorgebeten worden. Gebruik voor
bescherming zoveel mogelijk metalen pijpen om kabels doorheen te trekken.
5. Verbind het netsnoer nooit met de voedingsleidingen voor de transmissieka-
bels. Als u dit wel doet, begeven de kabels het.
4. Als u de controle hebt uitgevoerd, annuleer dan de testmodus en schakel de
stroom uit. Als de SWE-schakelaar is ingeschakeld, schakel deze dan uit en
monteer de klep van de watertoevoeropening in zijn oorspronkelijke stand.
SWE
SWE
OFF
ON
OFF
ON
[Fig. 7.3.1] (P.4)
A Steek het uiteinde van de pomp 2 to 4 cm in het apparaat.
B Verwijder de watertoevoeropening.
C Ongeveer 2000 cc
D Water
E Vulopening
F Schroef
[Fig. 7.3.2] (P.4)
<Binnenbord>
[Fig. 8.0.1] (P.4)
A Luchtinlaat
C Toegangsluik
E Canvas koker
G Inlaatrooster
6. Zorg ervoor dat u de regelkabels aan het binnenapparaat, de afstandsbedie-
ning en het buitenapparaat aansluit.
7. Aard het apparaat aan de kant van het buitenapparaat.
8. Selecteer regelkabels volgens de voorwaarden zoals op pagina 56 aangege-
ven.
Voorzichtig:
Zorg ervoor dat u het apparaat aan de kant van het buitenapparaat aardt.
Sluit de aardingskabel niet op een gas- of waterleiding, een bliksemafleider
of een aardingskabel voor de telefoon aan. Een niet goed geïnstalleerde
aardingskabel kan elektrische schokken veroorzaken.
Types regelkabels
1. Bedrading van transmissiekabels
• Types transmissiekabels
Ontwerp de bedrading in overeenstemming met de hiernavolgende tabel
<Tabel 1>.
• Kabeldiameter
2
Minimaal 1,25 mm
B Luchtuitlaat
D Plafondoppervlak
F Luchtfilter
55