GYS TIG 220 Notice D'utilisation page 67

AANSLUITEN OP EEN GENERATOR
De lasstroombron kan aangesloten worden op een stroomgenerator, mits deze vorm van hulpstroom aan de volgende voorwaarden voldoet :
- De spanning moet wisselspanning zijn, afgesteld zoals aangegeven, en de piekspanning moet lager zijn dan 400V,
- De frequentie moet liggen tussen 50 en 60 Hz..
Het is noodzakelijk deze voorwaarden te controleren, daar veel generatoren hoge spanningspieken produceren die het las-materiaal kunnen bescha-
digen.
GEBRUIK VAN VERLENGSNOER
Alle gebruikte verlengsnoeren moeten de voor het apparaat geschikte afmeting en kabelsectie hebben. Gebruik een verlengsnoer conform aan de
nationale regelgeving. De voedingskabels, verlengsnoeren en lassnoeren moeten helemaal afgerold worden, om oververhitting te voorkomen.
TIG 220 AC/DC
OMSCHRIJVING FUNCTIES, MENU'S EN ICONEN
Functie Benamingen IHM
Lasstroom Lasstroom
Lasspanning Spanning
I HotStart Overstroom
T HotStart Tijdsduur overstroom
ArcForce ArcForce
Polariteit omwisseling
Plaats van de MIN
polariteit
Plaats van de PLUS
polariteit
Ontsteken HF HF
Ontsteken LIFT LIFT
Pre-gas Pre-gas
Initiële stroom Opstart-stroom
Initiële tijdsduur Opstart-stroom
Opvoeren van de
Oplopende stroom
stroom
Koude stroom
I Koud
(4TLog)
Koude Stroom I Koud
PULS Balans Puls-duur
PULS frequentie Puls-frequentie
Down Slope Uitdoven
Eind stroom Stroom onderbreking
Eind tijd Tijdsduur onderbreking
TIG 220 AC/DC
Ingangsspanning
230V
110V
Bijbehorende TIG TIC
MMA Commentaar
icoon DC AC
X X X
X X X
X
X
X
X
X
X
X X
X X
X X
X X
X X
X X
X X
X X
X X
X X
X X
X X
X X
Lengte - Sectie van het verlengsnoer
< 45m < 100m
2.5 mm²
2.5 mm² 4 mm²
De stroom moet afgesteld worden afhankelijk van het type elektrode, de
diameter en het type assemblage (A).
Gemeten lasspanning (V).
Overstroom in te stellen aan het begin van het lassen (%).
Tijdsduur overstroom Hotstart instelbaar (s).
Geleverde overstroom om te vermijden dat de elektrode in het smeltbad
plakt (%).
Voor het lassen van verschillende elektrodes, zonder de elektrode-houder en
de massa-klem te hoeven demonteren.
Indicator positie MIN-polariteit.
Indicator positie PLUS-polariteit.
Ontsteken op afstand.
Ontsteken met contact.
Tijdsduur zuiveren van de toorts en gasbescherming voor de ontsteking.
Stroom positionering (A).
Tijdsduur positionering (S).
Opvoeren van de stroom, vanaf het opstarten (initiële stroom) tot aan de
las-stroom (5).
Tweede lasstroom of Koude stroom, geactiveerd aan de toorts, 2 posities of
in 4T LOG (A).
Tweede lasstroom of koude stroom van de PULS modus (A).
Balans van de koude stroom van de PULS modus (%).
PULS frequentie van de PULS modus (Hz).
Afbouwen van de lasstroom tot I Stop, om barsten en kraters te voorkomen
(S).
Stroom positionering (A).
Tijdsduur positionering (S).
NL
67