Geen
uitgangsstroom?
Uitgangsstroom
wordt kleiner?
Boog stopt tij dens
het snij den?
Onvoldoende
penetratie?
Luchtstroom kan
niet worden
geregeld?
HF-boog
wordt niet
geproduceerd?
Slechte
ontsteking?
Plasmabrander
8
is niet
bedrij fsklaar?
Machine defect.
Overspanningsbeveiliging
geactiveerd.
Ingangsspanning te laag.
Aansluitkabeldoorsnede te
gering.
Snij snelheid is te laag.
Plasmabrander
8
hoog en te ver van het
materiaal verwij derd,
gehouden.
Versleten individuele plasma-
branderdelen
8b
,
Werkstuk is niet meer met
aardingskabel verbonden.
Snij snelheid is te snel.
Branderhuls
8c
bevindt zich te
schuin ten opzichte van het
werkstuk
Metaal is te dik.
Versleten individuele plasma-
branderdelen
8b
,
Persluchtleiding beschadigd of
defect.
Ventiel/manometer valt uit.
De schakelaar van de brander
is defect.
Las op branderschakelaar of
connector losgekomen.
Ventiel/manometer valt uit.
Slij tageonderdelen brander
beschadigd of versleten.
Stroomschakelaar is
uitgeschakeld.
Luchtoverdracht wordt
beïnvloed.
Werkstuk is niet met de
aardklem verbonden.
Machine laten repareren.
Apparaat laten afkoelen.
Ingangsspanning volgens
typeplaatje in acht nemen.
Verhoog de snij snelheid tot het
probleem is opgelost.
wordt te
Laat de plasmabrander
zakken tot de aanbevolen
hoogte.
Controleer en vervang
versleten delen.
8c
,
8d
,
8e
.
Controleer de verbindingen.
Vertraag de werksnelheid
Pas de neiging aan.
Meerdere uitvoeringen zij n
nodig.
Controleer en vervang
versleten delen.
8c
,
8d
,
8e
.
Nieuwe aansluiting van de
leiding.
Elektrode vernieuwen.
Slij tageonderdelen vervangen.
Schakel de stroomschakelaar
naar de stand "on".
Een andere indicatie daarvan
is een eerder groene vlam.
Controleer de luchtaanvoer.
Controleer de verbindingen.
Probleemoplossing
8
NL/BE
91