Systeemcomponenten Definiëren In Het Fronius Solar Net; Algemeen; Adres Instellen Op De Inverter; Adres Instellen Op Datcom-Componenten - Fronius DATCOM Compact Instructions De Service

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

Systeemcomponenten definiëren in het Fronius So-
lar Net

Algemeen

Het Fronius Solar Net herkent verschillende DATCOM-componenten (datalogger, Sensor
Card e.d.) automatisch. Tussen meerdere identieke DATCOM-componenten wordt echter
niet automatisch onderscheid gemaakt. Voor een eenduidige identificatie van iedere sys-
teemcomponent (inverter of DATCOM-component) in het Fronius Solar Net moet iedere
systeemcomponent een eigen nummer (=adres) krijgen.
Bij de Fronius-inverters kan het adres direct vanaf het display worden ingesteld. Sommige
uitvoeringen van de Fronius IG-serie beschikken echter niet over een display. In dat geval
wordt het adres ingesteld met twee toetsen. De overige DATCOM-componenten beschik-
ken over een speciaal instelwieltje voor het adresseren. Hiervoor is een kleine platte
schroevendraaier nodig.
Adres instellen
Raadpleeg voor het instellen van het adres op een inverter de bedieningshandleiding van
op de inverter
de betreffende inverter.
Adres instellen
Ga als volgt te werk voor alle DATCOM-componenten (zowel Cards als Boxes):
op DATCOM-
componenten
Voorbeeld:
-
-
(1)
OPMERKING! In een netwerk mogen twee gelijke apparaten nooit hetzelfde
adres hebben.
Toegestaan:
Fronius IG „Adres 1", Sensor Card „Adres 1"
Niet toegestaan:
Fronius IG 20 „Adres 1", Fronius IG 30 „Adres 1"
Draai het instelwieltje (1) met een pas-
1
sende platte schroevendraaier naar
het gewenste adres
BELANGRIJK! Omdat er in een installatie
altijd slechts één datalogger mag voorko-
men, hoeft het adres van de datalogger niet
te worden ingesteld.
37

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières