4.3
De wielbeschermkap monteren.
i
Aan de achterzijde van de WBE 4100 bevinden zich
vier in de wand van de behuizing verzonken pop-
nagelmoeren.
1. De steunarm aan de WBE 4100 bevestigen. Hiertoe
de vier meegeleverde binnenzeskantschroeven en
de vier volgringen in de popnagelmoeren draaien en
vastdraaien (sleutelbreedte 6).
4
Fig. 2:
De steunarm aan de WBE 4100 bevestigen
1 Steunarm
2 Binnenzeskantschroef
3 Volgring
4 Popnagelmoer
2. Wielbeschermkap met twee schroeven en twee volgrin-
gen bij de taats los aanschroeven (sleutelbreedte 6).
i
Erop letten dat de geopende wielbeschermkap op de
steunarm (rubber buffer) ligt.
4
3
2
1
Fig. 3:
Wielbeschermkap bevestigen
1 Schroef
2 Volgring
3 Steunarm
4 Wielbeschermkap
3. Schroeven vast aandraaien.
Robert Bosch GmbH
1
2
3
Eerste inbedrijfstelling | WBE 4100 | 129
4.4
Elektrische aansluiting
!
De WBE 4100 alleen op het stroomnet aansluiten in-
dien de aanwezige netspanning overeenkomt met de
netspanning die op het typeplaatje wordt aangegeven.
1. Controleer of de netspanning overeenkomt met de
netspanning die op het typeplaatje wordt aangegeven.
2. De netaansluiting van de WBE 4100 volgens de
landspecifieke normen beveiligen. De netaansluiting
moet ter plaatse worden beveiligd.
3. De netsnoer op de WBE 4100 aansluiten.
2
3
Fig. 4:
Elektrische aansluiting
1 Aan-/uitschakelaar
2 Netaansluiting
3 Netsnoer
4.5
Draairichting controleren
1. Controleer of de WBE 4100 correct op het stroomnet
aangesloten is.
2. De WBE 4100 m.b.v. de aan-/uitschakelaar (pos. 1)
inschakelen.
3. De wielbeschermkap sluiten of op de <START>-toets
drukken (zie hoofdst. 10).
De as draait zich.
4. De draairichting van de as controleren.
i
De juiste draairichting wordt aangegeven door een
gele pijl op de WBE 4100. De pijl bevindt zich rechts
naast de flens.
i
Bij een verkeerde draairichting staat de WBE 4100
onmiddellijk stil en wordt de foutmelding
weergegeven (zie hoofdst. 11).
4.6
WBE 4100 kalibreren
!
Na de eerste inbedrijfstelling moet een kalibratie
uitgevoerd worden.
1. Flens kalibreren.
2. WBE 4100 kalibreren.
3. Controlemeting uitvoeren.
i
De kalibratie is beschreven in hoofdstuk 12.3.
1
Err 3
|
1 695 656 133
2011-02-18
nl