OBJ_BUCH-1545-005.book Page 50 Monday, December 10, 2012 11:06 AM
50 | Nederlands
Zolang een batterij met voldoende spanning in het batterijvak
aanwezig is, blijft de afstandsbediening gereed voor gebruik.
De signalen van de afstandsbediening moeten de ontvangst-
lens 4 in een rechte lijn van voren en schuin van boven berei-
ken. Als de afstandsbediening niet rechtstreeks op de ont-
vangstlens kan worden gericht, neem het werkbereik af. Door
reflectie van het signaal (bijvoorbeeld op muren), kan de reik-
wijdte ook bij een niet-rechtstreeks signaal weer worden ver-
beterd.
Het inschakelen van het meetgereedschap is met de afstands-
bediening alleen mogelijk na automatische uitschakeling van
het meetgereedschap, als de aan/uit-schakelaar 8 nog in de
stand „On" staat. Uitschakelen met de afstandsbediening is
niet mogelijk.
Meten
Handmatige draaiing (GSL 2)
Draai het bovenstuk van het meetgereedschap naar de plaats
waar u wilt controleren. Wacht na de draaiing tot het meetge-
reedschap zich waterpas heeft gesteld en de laserlijnen niet
meer bewegen. Controleer pas dan of de laserlijnen met el-
kaar overeenkomend verlopen.
Automatische draaiing (GSL 2 Set)
Draai het bovenstuk van het meetgereedschap met de af-
standsbediening om het oppervlak te controleren. Draaien
met de hand is niet mogelijk.
U kunt kiezen uit de volgende rotatietypen:
Druk op de toets 19 om een snelle, continue rotatie
met de wijzers van de klok mee te starten. Als u de
toets 19 opnieuw indrukt, beëindigt u de rotatie.
Druk op de toets 14 om een snelle, continue rotatie
tegen de wijzers van de klok in te starten. Als u de
toets 14 opnieuw indrukt, beëindigt u de rotatie.
Druk op de toets 18 om een langzame, continue rota-
tie met de wijzers van de klok mee te starten. Als u
de toets 18 opnieuw indrukt, beëindigt u de rotatie.
Druk op de toets 15 om een langzame, continue ro-
tatie tegen de wijzers van de klok in te starten. Als
u de toets 15 opnieuw indrukt, beëindigt u de rota-
tie.
Druk op de toets 17 voor een eenmalige, korte rota-
tie met de wijzers van de klok mee. Voor elke vol-
gende afzonderlijke beweging drukt u opnieuw op de
toets 17.
Druk op de toets 16 voor een eenmalige, korte rota-
tie tegen de wijzers van de klok in. Voor elke vol-
gende afzonderlijke beweging drukt u opnieuw op de
toets 16.
Meetresultaten evalueren (zie afbeeldingen D –G)
Door de beide laserlijnen wordt aangegeven of het oppervlak
op dezelfde hoogte als het referentiepunt (zie „Meetgereed-
schap in hoogte uitrichten", pagina 49) ligt:
– Alle punten waarop beide laserlijnen overlappend boven
elkaar liggen, bevinden zich op dezelfde hoogte als het re-
ferentiepunt.
1 618 C00 75G | (10.12.12)
– Als twee lijnen naast elkaar zichtbaar zijn of de laserlijnen
onderbroken zijn, wijkt de hoogte van de vloer op deze
plaats ten opzichte van het referentiepunt af.
Om de afwijking van de vloer te meten, stelt u het laserdoelpa-
neel 10 op de te controleren plaats op. Draai het laserdoelpa-
neel zo dat de linker laserlijn nauwkeurig op de linker referen-
tielijn van het laserdoelpaneel verloopt. Schuif het bovenstuk
van het laserdoelpaneel naar boven of naar onderen tot de
punt 11 van het laserdoelpaneel op de te meten plaats ligt. Op
de positie van de rechter laserlijn op het laserdoelpaneel kunt
u het hoogteverschil tussen het referentiepunt en het meet-
punt in millimeters aflezen.
Als de beide laserlijnen op de vloer in een constante hoek uit
elkaar lopen, loopt de vloer af.
Tips voor de werkzaamheden
Let erop dat de hele breedte van de laserlijnen overlap-
pend boven elkaar ligt. De breedte van de laserlijnen ver-
andert met de afstand.
Meetgereedschap verplaatsen en vervoeren
De handgreep 3 dient om het meetgereedschap gemakkelij-
ker te verplaatsen en vervoeren. Klap de handgreep indien
nodig omhoog.
Laserbril (toebehoren)
De laserbril filtert het omgevingslicht uit. Daardoor lijkt het ro-
de licht van de laser voor het oog helderder.
Gebruik de laserbril niet als veiligheidsbril. De laserbril
dient voor het beter herkennen van de laserstraal, maar
biedt geen bescherming tegen de laserstralen.
Gebruik de laserbril niet als zonnebril en niet in het ver-
keer. De laserbril biedt geen volledige bescherming tegen
ultravioletstralen en vermindert de waarneming van kleuren.
Aanwijzingen voor de optimale omgang met de accu
Bescherm de accu tegen vocht en water.
Bewaar de accu alleen bij een temperatuur tussen 0 °C en
50 °C. Laat de accu bijvoorbeeld in de zomer niet in de auto
liggen.
Een duidelijk kortere gebruiksduur na het opladen geeft aan
dat de accu versleten is en moet worden vervangen.
Neem de voorschriften ten aanzien van de afvalverwijdering
in acht.
Onderhoud en service
Onderhoud en reiniging
Verwijder altijd de accu of de batterijen vóór werk-
zaamheden aan het meetgereedschap (zoals montage
en onderhoud) en voor het vervoeren en opbergen van
het meetgereedschap. Bij per ongeluk bedienen van de
aan/uit-schakelaar bestaat verwondingsgevaar.
Bewaar en vervoer de oppervlaktelaser alleen in de meegele-
verde opbergkoffer.
Houd de oppervlaktelaser en de afstandsbediening altijd
schoon.
Bosch Power Tools