Druk kort op de ↵ knop, het rechte deel blinkt.
•
Gebruik de knoppen ▼, ▲ en ↵ zoals boven beschreven, om de middelste kalibre-
•
ringswaarde (bv. 1250 kg) te zetten. Bevestig alle segmenten met de ↵ knop tot de ~
display blinkt.
•
Kalibratiegewicht verhogen, hier bijvoorbeeld 1250 kg.
Druk de ↵ knop voor ca. 4 seconden in. Het display telt naar onder tot „AF00". De
•
middelste kalibreringswaarde wordt getoond. Kalibratiegewicht verlagen..
Druk op de ▲, de „NET" + ~ display blinken, de laatste kalibreringswaarde kan nu
•
ingegeven worden.
Druk kort op de ↵ knop, het juiste deel blinkt.
•
Gebruik de knoppen ▼, ▲en ↵ zoals boven beschreven om de laatste kalibratie-
•
waarde op (1875 kg) te zetten. Bevestig alle segmenten met ↵ tot de „NET" + ~
display blinken.
•
Kalibratiegewicht verhogen, hier bijvoorbeeld 1875 kg.
Druk op de ↵ knop voor ca. 4 seconden. Het display telt naar onder tot „AF00". De
•
laatste kalibreringswaarde wordt getoondt.
Druk op ▲, om de kalibreringsmodus te verlaten, het weegsysteem laat bv. zien: AP
•
11 (intern waardebereik).
Druk op de ↵ knop voor ca. 4 seconden, het systeem keert terug in de standaard
•
weegmodus en geeft het actuele gewicht op de vorken aan. De kalibrering is afges-
loten. De kalibreerlading kan afgeladen worden.
Let op: bij het kalibreren van het weegsysteem volgens het meerpunts kalibreren moet
eerst het lichtste gewicht, vervolgens het middelste gewicht en afsluiten het zwaarste
gewicht toegepast worden. Als slecht 1 kalibreergewicht gebruikt wordt moeten de
waarden 2 en 3 op „00000" gezet worden.
93
Intern transportmateriaal