Gebruik de knoppen ▼, ▲ en ↵ zoals boven beschreven, om de laatste kalibrerings-
•
waarde op (00000 kg) te zetten. Bevestig alle segmenten. Druk op de ▲, de „NET" +
~ display blinken.
Druk de ↵ knop voor ca. 4 seconden in. Het display telt naar onder tot „AF00". De
•
laatste kalibreringswaarde wordt getoond.
Druk op de ▲, om de kalibreringsmodus te verlaten, het weegsysteem laat bv. zien:
•
AP 11 (intern waardebereik).
Druk op de ↵ knop voor ca. 4 seconden, het systeem keert terug in de standaard
•
weegmodus en geeft het actuele gewicht op de vorken aan. De kalibrering is afges-
loten. De kalibreerlading kan afgeladen worden.
Meerpunts kalibreren
10.2.
Schakel het weegsysteem in. Het nulpuntsvergelijk moet afgesloten zijn.
Druk 20 seconden de ▼ knop in.
•
Het display laat de waarde van het eerste weegpunt zien, indicatorbalk „NET" blinkt.
Gebruik de knoppen ▼, ▲ en ↵ om het juiste kalibreergewicht in te geven.
Druk kort op de ↵ knop, het juiste deel blinkt.
•
Gebruik de ▲ of de ▼ knop om de eerste kalibreringswaarde in te geven (bv. voor
•
250 kg, op de waarde „0" zetten.)
Druk kort op de ↵ knop om te bevestigen. Nu blinkt het tweede segment.
•
Gebruik de ▲ of de ▼ om de waarde op „5" te zetten
•
Druk kort op de ↵ knop om te bevestigen. Nu blinkt het derde segment.
•
Gebruik de ▲ of de ▼ om de waarde op „2" te zetten
•
•
Het duizendsten segment moet indien noodzakelijk op „0" gezet worden, analoog
volgens bovenstaande manier.
Bevestig alle andere segmenten met de ↵ knop tot de indicatiebalk „NET" blinkt.
•
•
Kalibreergewicht verhogen, hier in het voorbeeld 250 kg.
Druk de ↵ knop voor ca. 4 seconden in. Het display telt naar onder tot „AF00". De
•
eerste kalibreringswaarde wordt getoond. Het eerste kalibreergewicht kan verlaagd
worden.
Gebruik de ▲ knop, de ~ display blinkt, de middelste kalibreringswaarde kan nu
•
ingegeven worden.
92
Intern transportmateriaal