Onderdelen en
bedieningselementen
Zie voor nadere bijzonderheden de pagina's waarnaar tussen
haakjes wordt verwezen.
Voorkant van het LCD-scherm
Zijaanzicht van het LCD-scherm
Achterkant van de schermsokkel
9
A 1 (stroom) schakelaar en 1 (stroom) indicator
(pagina's 9, 18, 22)
Deze schakelaar zet de monitor aan wanneer de 1 (stroom)
indicator rood oplicht. Druk nogmaals op deze schakelaar om
de monitor uit te zetten.
Druk op de MAIN POWER schakelaar (8) wanneer de 1
(stroom) indicator niet oplicht.
B MENU toets (pagina 12)
Met deze toets wordt het menuscherm in- en uitgeschakeld.
C M/m toetsen (pagina 12)
Met deze toetsen kunt u de menuonderdelen selecteren en
wijzigingen aanbrengen.
D OK toets (pagina 12)
Met deze toets activeert u het geselecteerde menuonderdeel
en de wijzigingen die zijn gemaakt met de M/m toetsen (3).
E INPUT toets en INPUT1/INPUT2 indicator
(pagina 11)
Met deze toets kunt u het video-ingangssignaal tussen
INPUT1 en INPUT2 schakelen als er twee computers op de
monitor zijn aangesloten. De betreffende indicator (INPUT1
of INPUT2) licht op.
F AUTO toets (pagina 15)
Druk op deze toets als het beeld slecht aangepast wordt
weergegeven. Zo wordt de beeldkwaliteit voor het huidige
ingangssignaal automatisch aangepast.
G ECO toets (pagina 18)
Met deze toets kunt u het stroomverbruik beperken.
H MAIN POWER schakelaar (pagina 9)
Met deze schakelaar wordt de monitor in- en uitgeschakeld.
I Achterdeksel (pagina 7)
Verwijder dit deksel om kabels of snoeren aan te sluiten.
NL
(wordt vervolgd)
5