geen garantie indien het gereedschap in
ambachtelijke of industriële bedrijven alsmede
bij gelijk te stellen activiteiten wordt gebruikt.
5. Technische gegevens
Generator:
Bescherming type:
Continuvermogen S1:
4200 W/400 V; 3000 W/230 V
Continuvermogen (12 V d.c.):
Nominale spanning:
2x 230 V~/1x 400 V~/1x 12 V d. c.
Nominale stroom:13,0 A (230V~) / 7,8 A (400V 3~)
Frequentie:
Cilinderinhoud:
Motorvermogen:
Brandstof:
Tankinhoud:
Motorolie:
Gewicht:
Geluidsdrukniveau L
:
pA
Geluidsvermogensniveau L
Vermogensfactor cos φ:
Vermogensklasse:
Opstelhoogte max. (boven zeespiegel):
Werkmodus S1 (continubedrijf)
De machine kan continu met het opgegeven
vermogen worden gebruikt.
6. Vóór ingebruikneming
Let op! Voor de eerste inbedrijfstelling dient u
motorolie en dieselbrandstof in te gieten.
• Batterij klaarmaken en aansluiten (let op!
Batterij is niet bij de leveringsomvang begrepen).
Maak de batterij (fig. 5, pos. A) in het apparaat
(fig. 5) vast d.m.v. de batterijbevestigingsset (fig.
3, pos. 20). Sluit eerst de rode kabel (+) en daarna
de zwarte kabel (-) aan op de batterij.
• Dieselbrandstofpeil controleren, indien nodig,
bijvullen.
synchroon
IP 23M
100 W
50 Hz
418 cm³
6,3 kW / 8,5 pk
diesel
16 liter
1,65 l (15W40)
148 kg
75.1 dB (A)
:
95.1 dB (A)
WA
1,0
G1
1000 m
• Zorg voor een voldoende ventilatie van het
apparaat.
• De onmiddellijke omgeving van de
elektriciteitsgenerator in oogschijn nemen.
• Eventueel aangesloten elektrische apparatuur
van de elektriciteitsgenerator scheiden.
6.1 Elektrische veiligheid
• Elektrische toevoerkabels en aangesloten
toestellen dienen in perfecte staat te verkeren.
• Er mogen enkel toestellen worden aangesloten
waarvan de spanning overeenkomt met de
uitgangsspanning van de elektriciteitsgenerator.
• Nooit de elektriciteitsgenerator met het
stroomnet (stopcontact) verbinden.
• De kabellengtes naar de verbruiker zijn zo kort
mogelijk te houden.
6.2 Milieubescherming
• Vervuild onderhoudsmateriaal, oliën, vetten
enz. dient u naar een inzamelplaats te brengen
die daarvoor is voorzien.
• Verpakkingsmateriaal, metaal en kunststof laten
recycleren.
6.3 Aarding
De generator moet worden geaard om een
elektrische schok door elektrisch materieel te
voorkomen. Te dien einde een kabel (minstens 4
mm²) aan de ene kant met de aardklem van de
generator (fig. 2, pos. 14) en aan de andere kant
met een externe massa (b.v. aardstaf ) verbinden.
7. Bediening
7.1 Motor starten
• Ga na of de mechanische schakelaar (fig. 6, pos.
A) op "RUN" staat.
51