Verbrandingslucht; Roetgetal - Rapido BFZ 210 ALV-S Instructions D'installation

Table des Matières

Publicité

3.1 Afstelling van de brander
Om emissie-arme verbrandingswaarden te bereiken moet de bran-
der aan de hand van uitlaatgasmetingen met hiervoor geschikte
meettoestellen afgesteld worden. De meetopening (Ø 8 mm) dient
op een afstand van de dubbele diameter van de uitlaatbuis achter
de warmteopwekker te worden aangebracht en na de meting te
worden afgesloten.
Aandacht: De rookafvoer en de ketel moeten rookdicht zijn.
3.2 Schoorsteentrek
Om een constante druk in de branderruimte te verkrijgen, moet in
de rookafvoer een trekbegrenzer worden ingebouwd. De trekbe-
grenzer moet zo worden ingesteld, dat de onderdruk in de ketel-
haard niet meer bedraagt dan 0,1 mbar. Bij ketels die werken vol-
gens het overdrukprincipe moet de in te stellen schoorsteentrek
worden opgezocht in de installatiehandleiding van de verwar-
mingsketel.

3.3 Verbrandingslucht

Aan iedere brander is vanaf de fabriek overeenkomstig met de
gemonteerde blaasmond een basisinstelling voor luchthoeveelhe-
den (zie fig. 22) aan de luchttoevoer (zie fig. 18), de stelmotor (zie
fig. 17) en de stuwschijf (zie fig. 16) reeds uitgevoerd. Die basisin-
stelling van luchthoeveelheden vanaf de fabriek leidt afhankelijk
van de verbrandingsruimte en de blaasmondtolerantie tot een
luchtoverschot en moet in principe bijgesteld worden. De ben-
odigde luchthoeveelheid wordt aan de hand van het roetbeeld en
de CO
-metingen berekend. De bijstelling gebeurt met behulp van
2
de stelbout afhankelijk van de ventilatordruk (zie fig. 16) en/of met
de oranje en rode hendel aan de stelmotor (zie fig. 17).
- Door draaiing van de stelbout naar rechts wordt het CO
te van de uitlaatgassen van beide trappen verhoogd.
- Door draaiing van de stelbout naar links wordt het CO
te van de uitlaatgassen van beide trappen verlaagd.
- Door draaiing van de oranje hendel naar rechts wordt het CO
gehalte voor trap 1 lager.
- Door draaiing van de oranje hendel naar links wordt het CO
gehalte voor trap 1 hoger.
- Door draaiing van de rode hendel naar rechts wordt het CO
gehalte voor trap 2 lager.
- Door draaiing van de rode hendel naar links wordt het CO
gehalte voor trap 2 hoger.
- De olievrijgave voor trap 2 wordt met de zwarte hendel inge-
steld. De zwarte hendel moet zich in het midden tussen de
oranje en rode hendel bevinden.
Aandacht: Blauwe hendel (luchtafsluiting) is vanaf de fabriek
ingesteld en mag niet versteld worden.
Wij adviseren om een CO2-gehalte van 12-13 vol.% in te stellen.
Er dient op te worden gelet dat de ventilatordruk volgens de
basisinstellingstabel (zie fig. 22) wordt aangehouden. De drukme-
ting van de ventilator dient aan de drukmetingsnippel (zie fig. 31)
te worden voorgenomen.
De fotostroom is met een gelijkstroomampèremeter in serie met de
fotoweerstand (+ pool op klem 12, max. 5 kOhm interne weerstand
aan het instrument) te meten. De fotostroom moet bij werking tus-
sen de 65 µA en 200 µA bij 230 V~ liggen.
Meetadapter MA 2 naar wens leverbaar (zie fig. 32).

3.4 Roetgetal

Het roetgetal mag op de schaal van Bacharach de waarde 0,5 niet
overschrijden.
3.1 Réglage du brûleur
Le brûleur doit être réglé à l'aide de mesures des gaz de fumée et
d'appareils de mesure appropriés afin d'atteindre des valeurs de
combustion à faible niveau d'émissions. L'orifice de mesure (Ø 8
mm) doit être percé derrière le générateur de chaleur à la distance
double du diamètre de la gaine des gaz de fumée; ce perçage doit
être obturé.
Attention: Le générateur de chaleur et l'évacuation des gaz
3.2 Tirage de la cheminée
Un limiteur de tirage doit être monté dans l'évacuation des gaz de
fumée pour atteindre une pression constante dans la chambre de
combustion. Le limiteur de tirage doit être réglé de telle manière
que la dépression en service ne dépasse pas 0,1 mbar dans la
chambre de combustion. Pour les chaudières à surpression, le
tirage de la cheminée à régler est indiqué dans la notice d'utilisa-
tion de la chaudière.
3.3 Air de combustion
Sur chaque brûleur, un réglage de base du débit d'air (cf.
fig. 22 ou 24) a été effectué en usine sur l'entrée d'air (Cf. fig. 18),
le volet d'air (Cf. fig. 17) et le disque réducteur de pression (Cf. fig.
16) en fonction de la buse utilisée. Le réglage de base en usine du
débit d'air entraî ne un excédent d'air en fonction de la chambre de
combustion et de la tolérance de la buse et doit être réajusté. Le
débit d'air nécessaire est déterminé à l'aide de l'image de la suie
et de mesures du CO
de réglage en fonction de la pression du ventilateur (Cf. fig. 16)
et/ou avec les leviers orange et rouge au servomoteur (Cf. fig. 17)
:
-gehal-
2
- La rotation à droite de la vis de réglage augmenté la teneur en
CO
des gaz de fumée.
2
-gehal-
2
- La rotation à droite de la vis de réglage diminué la teneur en
CO
des gaz de fumée.
2
-
2
- La rotation à droite du levier orange diminué la teneur en CO
pour l'étage 1.
-
2
- La rotation à gauche du levier rouge augmenté la teneur en CO
pour l'étage 1.
-
2
- La rotation à droite du levier rouge diminué la teneur en CO
pour l'étage 2.
-
2
- La rotation à gauche du levier rouge augmenté la teneur en CO
pour l'étage 2.
- Le levier noir permet de libérer le fioul pour l'étage 2. Le levier
noir doit se trouver entre les leviers orange et rouge.
Attention: Le levier bleu (fermeture de l'air) est réglé en
Nous recommandons de régler une teneur en CO
Il faut veiller à ce que la pression du ventilateur conforme au
tableau des réglages de base (Cf. fig. 22) soit respectée. La pres-
sion du ventilateur se mesure au raccord de mesure de pression
(Cf. fig. 31).
Le courant photoélectrique se mesure avec un ampèremètre à
courant continu en série avec la photorésistance (pôle + sur borne
12, résistance interne maximale à l'instrument 5 kOhm). En servi-
ce, le courant photoélectrique doit se situer entre 65 µA et 200 µA
à 230 V~.
Adaptateur de mesure MA 2 fourni à la demande (Cf. fig. 32).
3.4 Indice de noircissement
L'indice de noircissement de doit pas dépasser la valeur 0,5 selon
l'échelle de comparaison des indices de noircissement.
de fumée doivent être étanches.
. L'ajustement est effectué à l'aide de la vis
2
usine et son réglage ne doit pas être modifié.
13
2
2
2
2
de 12-13 %.
2

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières