nl Storingen verhelpen
Fouten
Alarmsignaal weerklinkt en
brandt.
Geluiden
Fouten
Apparaat bromt.
Apparaat borrelt, zoemt of
gorgelt.
Apparaat klikt.
Apparaat produceert gelui-
den.
Geurtjes
Fouten
Het apparaat ruikt onaange-
naam.
120
Oorzaak
Er zijn grotere hoeveelheden
verse levensmiddelen inge-
ruimd.
Oorzaak
Geen storing. Een motor
draait, bijv. koelaggregaat,
ventilator.
Geen storing. Er stroomt
koudemiddel door de bui-
zen.
Geen storing. Motor, schake-
laars of magneetventielen
schakelen in- of uit.
Het apparaat staat niet wa-
terpas.
Uitrustingsdelen wiebelen of
klemmen.
Serviesgoed raakt elkaar.
Super-functie is ingescha-
keld.
Oorzaak
Verschillende oorzaken zijn
mogelijk.
Oplossing
Overschrijd het vriesvermogen niet.
▶
→ "Invriescapaciteit", Pagina 114
Oplossing
Geen handeling vereist.Geen hande-
ling vereist.
Geen handeling vereist.Geen hande-
ling vereist.
Geen handeling vereist.Geen hande-
ling vereist.
Stel het apparaat horizontaal met
▶
behulp van een waterpas. Leg er zo
nodig iets onder.
Controleer de uitneembare uitrus-
▶
tingsdelen en zet ze eventueel op-
nieuw in het apparaat.
Zet het serviesgoed verder uit el-
▶
kaar.
Geen handeling vereist.Geen hande-
ling vereist.
Oplossing
Bereide het apparaat voor om te rei-
1.
nigen. → Pagina 117
Reinig het apparaat. → Pagina 117
2.
Reinig alle levensmiddelenverpak-
3.
kingen.
Verpak sterk ruikende levensmid-
4.
delen luchtdicht om geurvorming te
voorkomen.
Controleer na 24 uur opnieuw of er
5.
luchtjes zijn ontstaan.