2.
Voer de elektrische aansluiting volgens hoofdstuk 6.3, pagina 15, uit.
3.
Sluit de signaaleenhei
6.3
Elektrische aansluiting
De netspanning is onderbroken en tegen opnieuw inschakelen beveiligd.
R
Laat elektrische werkzaamheden altijd door een vakkundige elektricien
f
uitvoeren.
Neem de VDE-voorschriften, de voorschriften ter voorkoming van ongevallen en
f
de bedieningshandleidingen van de WMS, de ketel en de brander in acht.
D e netspanningstoevoer voor de verwarmingsruimte moet met een
R
hoofdschakelaar buiten de verwarmingsruimte zijn uitgerust die gelijktijdig alle
niet aan massa gelegde leidingen met tenminste 3 mm contactopeningsbreedte
scheidt.
Stroomvoorziening
Voer de netaansluiting met een vaste leiding, bijv. NYM-O 2 x 1,5 mm² uit.
1. Voer de netkabel door de rechter schroefbevestiging in de signaaleenheid.
2. Fase aan klem L1 en nulleiding aan klem N.
3. D e toevoerleiding van de signaaleenheid moet afzonderlijk gezekerd zijn
maximaal 10 A.
53