flamco WMS 2-1 Installation Et Mode D'emploi page 54

Sonde
4. Voer de sondekabel door de linker schroefbevestiging in de signaaleenheid.
5. Sluit de sondeleiding op de twee klemmen in de signaaleenheid met de aanduiding
„Sonde" aan. Op polariteit hoeft niet gelet te worden.
6. Indien de ca. 1,5 m lange sondeleiding niet voldoende is, kan de sondeleiding met een
afgeschermde kabel 2 x 1,5 mm² verlengd worden. De verbindingsleiding tussen sonde en
signaaleenheid mag niet langer dan 10 meter zijn.
7. Voer de verbindingsleiding vrij van externe veldinvloeden uit.
8. Zorg voor een minimum bescherming IP 65 volgens EN 60529.
Extern ontgrendelen
9. Aan de twee klemmen in de signaaleenheid met de aanduiding „Entr" kan tot op
maximaal 10 m afstand een knop (sluiter) voor de externe ontgrendeling van de WMS
worden aangesloten. De maximale spanning aan deze klemmen bedraagt 12 V.
10. De knopaansluitingen moeten potentiaalvrij zijn.
11. Bij toepassing van een externe ontgrendeling moet deze in de volgende elektrische
schakeling volgens EN 50156-1 worden uitgevoerd.
Uitgang
Het uitgangssignaal van de WMS kan via een potentiaalvrij relaiscontact (omschakelaar)
uitgelezen worden. Indien de brander om veiligheidsredenen wordt uitgeschakeld, gebeurt
dit via dit relaiscontact.
12. Voer de elektrische bedrading (maximaal 10 m) zodanig uit dat de stroomvoorziening
van de brander in een alarmsituatie onderbroken wordt.
Onder storingsvrije omstandigheden is het relaiscontact aangetrokken, in een alarmsituatie
bevindt het relaiscontact zich in ruststand.
13. Zeker het uitgangscontact van de laagwaterstandbeveiliging extern met maximaal
M 2 A.
54
NLD: Montage en gebruikshandleiding
Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing