Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles

Les langues disponibles

Sonde
De sonde bestaat uit een uitwendige elektrode en een inwendige beweegbare elektrode.
Beide elektroden zijn door middel van een twee-aderige leiding met de signaaleenheid
verbonden. De signaaleenheid bewaakt voortdurend de geleiding (elektrische weerstand)
tussen de beide elektroden. De inwendige beweegbare elektrode kan ter controle van
de werking ongeveer 12 tot 13 mm uit het water omhoog getrokken worden. Daardoor
wordt het contact met het water onderbroken en wordt watertekort gesimuleerd. De
signaaleenheid geeft direct alarm. Een ingebouwde veer brengt de inwendige elektrode in
de uitgangspositie terug.
Signaaleenheid
De signaaleenheid bewaakt voortdurend de geleidbaarheid van het water resp. de
elektrische weerstand tussen de beide elektroden van de sonde. Is de gemeten
geleidbaarheid groter dan 20 µS resp. is de gemeten weerstand kleiner dan 50 k Ω,
dan signaleert de signaaleenheid dat de voorraad verwarmingswater voldoende is
en dat er geen storing is in de stroomkring van de sonde. De rode alarmlamp brandt
niet. Geleidbaarheid kleiner dan 20 µS resp. weerstand groter dan 50 k Ω wordt als
watergebrek, leidingbreuk of als een defect in de sondestroomkring beschouwd. De rode
alarmlamp brandt.
WMS is faalveilig en zelfbewakend uitgevoerd. De elektronica in de signaaleenheid
controleert de complete laagwaterstandbeveiliging enkele malen per seconde.
Storingen in de sondekring en de signaaleenheid worden als alarm aangegeven.
Alleen wanneer de complete laagwaterstandbeveiliging storingsvrij is, voldoende
netspanning voorhanden is, en de waterstand tenminste een minimumpeil heeft, kan de
laagwaterstandbeveiliging ontgrendeld worden, d.w.z. de rode alarmlamp gaat uit en het
ingebouwde uitgangsrelais trekt aan.
De groene bedrijfslamp gaat aan zodra de laagwaterstandbeveiliging met netspanning
wordt gevoed. Met de testknop kan een functionele controle door simulatie van een
alarmsituatie worden uitgevoerd.
3.2

Gebruikswijzen

WMS 2-1 beschikt over een interne netuitvalvergrendeling, d.w.z. dat na stroomuitval de
signaaleenheid met behulp van de knop „Ontgrendelen" of door middel van een extern
ontgrendelingscontact moet worden ontgrendeld.
47

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières