46 | Nederlands
– Markeer het midden van de verticale laserlijn onderaan de
deuropening (punt I), op 5 meter afstand aan de andere
kant van de deuropening (punt II) en bovenaan de deur-
opening (punt III).
– Draai het meetgereedschap 180° en stel het aan de andere
zijde van de deuropening vlak achter punt II op. Laat het
meetgereedschap waterpassen en richt de verticale laser-
lijn zo, dat het midden ervan precies door de punten I en II
loopt.
– Markeer het midden van de laserlijn aan de bovenste rand
van de deuropening als punt IV.
– Het verschil d tussen beide gemarkeerde punten III en IV
levert de feitelijke afwijking van het meetgereedschap van
de verticale lijn op.
– Meet de hoogte van de deuropening.
De maximaal toegestane afwijking berekent u als volgt:
Dubbele hoogte deuropening x 0,2 mm/m
Voorbeeld: bij een hoogte van de deuropening van 2 m mag
de maximale afwijking
2 x 2 m x ±0,2 mm/m = ±0,8 mm bedragen. De punten III en
IV mogen daarom hoogstens 0,8 mm uit elkaar liggen.
Tips voor de werkzaamheden
Gebruik altijd alleen het midden van de laserlijn voor
het markeren. De breedte van de laserlijn verandert met
de afstand.
1 609 92A 0KK | (7.5.14)
Werkzaamheden met het laserdoelpaneel
Het laserdoelpaneel 15 verbetert de zichtbaarheid van de la-
serstraal bij ongunstige omstandigheden en grote afstanden.
De reflecterende helft van het laserdoelpaneel 15 verbetert
de zichtbaarheid van de laserstraal. Door de transparante
helft is de laserstraal ook vanaf de achterzijde van het laser-
doelpaneel herkenbaar.
Werkzaamheden met het statief (toebehoren)
Een statief biedt een stabiele, in hoogte instelbare meeton-
dergrond. Zet het meetgereedschap met de 1/4"-statiefopna-
me 9 op de schroefdraad van het statief 22 of een in de han-
del verkrijgbaar fotostatief. Voor de bevestiging op een in de
handel verkrijgbaar bouwstatief gebruikt u de 5/8"-statiefop-
name 8. Schroef het meetgereedschap met de vastzetschroef
van het statief vast.
Bevestigen met de universele houder (toebehoren)
(zie afbeelding D)
Met de universele houder 19 kunt u het meetgereedschap be-
vestigen, bijvoorbeeld op verticale oppervlakken, buizen of
magnetiseerbare materialen. De universele houder is even-
eens geschikt als vloerstatief en vergemakkelijkt de hoogteaf-
stelling van het meetgereedschap.
Werkzaamheden met de meetplaat (toebehoren)
(zie afbeeldingen A–B)
Met de meetplaat 16 kunt u de lasermarkering op de vloer
resp. de laserhoogte op een muur overbrengen.
Met het nulveld en de schaalverdeling kunt u de verplaatsing
ten opzichte van de gewenste hoogte meten en op een andere
plaats aantekenen. Daarmee vervalt het nauwkeurig instellen
van het meetgereedschap op de over te brengen hoogte.
De meetplaat 16 heeft een reflecterende laag die de zicht-
baarheid van de laserstraal op een grote afstand resp. bij fel
zonlicht verbetert. De helderheidsversterking is alleen zicht-
baar als u parallel aan de laserstraal op de meetplaat kijkt.
Werkzaamheden met laserontvanger (toebehoren)
(zie afbeelding D)
Bij ongunstige lichtomstandigheden (omgeving met veel licht,
rechtstreeks zonlicht) en op grote afstanden gebruikt u de la-
serontvanger 17 om de laserlijnen beter te kunnen vinden.
Schakel bij werkzaamheden met de laserontvanger de puls-
functie in (zie „Pulsfunctie", pagina 44).
Laserbril (toebehoren)
De laserbril filtert het omgevingslicht uit. Daardoor lijkt het ro-
de licht van de laser voor het oog helderder.
Gebruik de laserbril niet als veiligheidsbril. De laserbril
dient voor het beter herkennen van de laserstraal, maar
biedt geen bescherming tegen de laserstralen.
Gebruik de laserbril niet als zonnebril en niet in het ver-
keer. De laserbril biedt geen volledige bescherming tegen
ultravioletstralen en vermindert de waarneming van kleuren.
Toepassingsvoorbeelden (zie afbeeldingen C–H)
Voorbeelden van toepassingsmogelijkheden van het meetge-
reedschap vindt u op de pagina's met afbeeldingen.
Bosch Power Tools