Algemene veiligheidsinstructies voor elektrische gereedschappen
bestaat levensgevaar door elektrische schokken.
Laat reparaties of vervangingen alléén uitvoe-
ren door het servicepunt of door een elektro-
monteur.
½
Gebruik de machine niet wanneer het vochtig
is en ook niet in een vochtige omgeving.
½
Wanneer u het apparaat in de open lucht
gebruikt, dient u het via een foutstroom-veilig-
heidsschakelaar (FI-schakelaar) met maximaal
30 mA aan te sluiten. Gebruik alléén een voor
het buitenbereik toegestaan verlengsnoer.
Opmerking: houd de netkabel altijd verwijderd
van de actieradius van de machine en leid de kabel
altijd naar achteren weg van de machine.
VOORZICHTIG!
Vermijd gevaar voor letsel:
a) Kom niet met de handen in het zaag-
bereik en raak het zaagblad niet aan.
Houd met uw andere hand de extra
handgreep of de motorbehuizing vast.
Wanneer beide handen de cirkelzaag vasthou-
den, kan het zaagblad geen letsel aan uw handen
veroorzaken.
b) Grijp nooit onder het werkstuk. De be-
schermkap kan u onder het werkstuk niet tegen
het zaagblad beschermen.
c) Pas de zaagdiepte aan de dikte van
het werkstuk aan. Er dient minder dan een
tandhoogte onder het werkstuk zichtbaar te zijn.
d) Houd het te zagen werkstuk nooit in
de hand of boven het been vast. Be-
vestig het werkstuk aan een stabiele
ondergrond. Het is belangrijk dat het werk-
stuk goed bevestigd is. Zo wordt het gevaar
voor letsel door lichaamscontact, inklemmen
van het zaagblad of controleverlies verminderd.
e) Houd de machine alléén aan de geïso-
leerde grijpvlakken vast, wanneer u
werkzaamheden uitvoert waarbij het
zaaggereedschap verborgen stroom-
leidingen of de eigen netkabel zou
kunnen raken. Het contact met een span-
ningvoerende leiding zet ook de metalen ap-
48 NL
paraatdelen onder spanning en leidt tot een
elektrische schok.
f) Gebruik bij het zagen in de lengte
steeds een aanslag of een rechte rand-
geleiding. Dit verbetert de zaagnauwkeurigheid
en vermindert de kans dat het zaagblad klem
slaat.
g) Gebruik altijd zaagbladen in de juiste
maat en de passende uitboring. Zaag-
bladen die niet bij de montageonderdelen van
de zaag passen, lopen niet rond en leiden tot
controleverlies.
h) Gebruik nooit beschadigde of ver-
keerde zaagblad-onderlegplaten of
-schroeven. De borgschijven en -schroeven
voor het zaagblad werden speciaal voor uw
zaag geconstrueerd om optimale werking en
bedrijfsveiligheid te bereiken.
Voorkom een overbelasting van het
apparaat:
Een terugslag is het gevolg van een verkeerde be-
diening van de zaag. Een terugslag kan met behulp
van de volgende maatregelen worden voorkomen.
a) Houd de zaag met beide handen vast
en breng uw armen in een positie
waarin u de terugslagkrachten kunt
opvangen. Sta altijd in een zijdelingse
houding ten opzichte van het zaagblad.
Breng het zaagblad nooit in een rechte lijn met
uw lichaam. In geval van een terugslag kan de
cirkelzaag achteruit springen. De bedienende
persoon kan de terugslagkrachten echter opvan-
gen wanneer geschikte maatregelen zijn getroffen.
b) Wanneer het zaagblad klemt of het
zagen om een bepaalde reden wordt
onderbroken, dient u de AAN- / UIT-
schakelaar los te laten en het werkstuk
rustig te houden totdat het zaagblad
volledig stilstaat. Probeer nooit de
zaag uit het werkstuk te verwijderen
of achteruit te trekken zolang het
zaagblad in beweging is omdat anders
een terugslag zou kunnen optreden.
Vind de oorzaak voor het klemmen van het
zaagblad en verhelp deze storing door middel
van geschikte maatregelen.